Morgan (Sidney, lady), eene Engelsche schrjfster, geboren te Dublin in 1778, was de dochter van den tooneelspeler Owenson, maakte zich als schrijfster bekend door eenige romans, waarin zij de zeden en gewoonten van Ierland op eene geestige wijze schilderde, trad in het huwelijk met den geneesheer Charles Morgan, doorreisde van 1816—1823 Frankrijk en Italië, en keerde toen naar Dublin terug.
Behalve eenige romans, zooals: „The missionary”, — „The O’Briens and the O’Flahertys (1827)'’, — en „The wild Irish girl (1806, 3 dln; 3de druk 1856)”, en de merkwaardige Iersche zedeschetsen: „Patriotic sketches in Ireland (1807, 2 dln)'’, — „The lay of an Irish harp (1807)'', — „O’Donnel (nieuwe druk, 1850)”, — en „Florence M’Carthy (1816; 2de druk 1856)”, schreef zij de voortreffelijke werken: „France (1817, 2 dln)”, — en „Italy (1821, 2 dln)”. In 1829 bezocht zij Frankrijk nogmaals en schreef er het „Book of the boudoir", en in 1833 België. Den toestand in Frankrijk schetste zij in „France in 1829 (1830)” en dien van België in den roman: „The princess or the beguine” (1835)". Later schreef zij: „Woman and her master (1840, 2 dln; 2de druk, 1855)” en: „The book without a name (1841).” In 1843 verloor zij haren echtgenoot en vestigde zich op eene villa bij Londen, terwijl haar van staatswege een jaargeld werd toegekend van 300 pond sterling, en overleed aldaar den 13den April 1859. Van hare „Memoirs, autobiography etc.” verscheen in 1865 eene 3de uitgave in 2 deelen.
