Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Monrad

betekenis & definitie

Monrad (Didlev Gothard), een Deensch bisschop en minister, geboren te Kopenhagen den 24sten November 1811, studeerde in de theologie, volbragt eene buitenlandsche reis, trad in zijne „Flijvende blade (1840—1842)” als staatkundig schrijver op, behoorde eenigen tijd tot de redactie van het dagblad: „Fädrelandet" te Kopenhagen, en zag zich in 1841 aldaar tot volksvertegenwoordiger benoemd. In 1842 werd hij er lid van het schoolbestuur en vertrok wederom naar het buitenland om er het onderwijs gade te slaan, waarover hij een boek in het licht zond. In 1843 belastte hij zich met de redactie van het „Dansk Folkeblad” en werd in 1846 godsdienstleraar op Laaland. Als een der leiders van de nationaal-liberale partij in Denemarken, welke in 1848 aan het roer kwam, belastte hij zich den 24sten Maart met de portefeuille van Eeredienst in het ministérie Orla-Lehman, dat echter reeds in November aftrad, waarna hij in 1849 tot bisschop van Laaland-Falster benoemd werd.

Kort daarna zag hij zich tot lid van het Folkething en door dit ligchaam tot lid van den Rijksraad gekozen, terwijl het ministérie-Oerstedt hem in 1856 van zijn bisschoppelijken zetel beroofde. Na den val van genoemd ministérie werd hij opperdirecteur van onderwijs, en in 1859 aanvaardde hij de portefeuille van Eeredienst en Onderwijs in het ministérie Hall. Toen laatstgenoemde in 1863 zijn ontslag nam, vormde Monrad een nieuw ministérie, waarin hij de portefeuille van Financiën en het voorzitterschap op zich nam. Hem viel de ondankbare taak te beurt om met onvoldoende krachten oorlog te voeren tegen de beide groote Duitsche Mogendheden en de verwachtingen en eischen van eene verblinde volksmenigte tegenover het buitenland te vertegenwoordigen. Toen alle hoop op vreemde hulp verdwenen was en Denemarken zijne toevlugt moest nemen tot vredesonderhandelingen, trad hij af en begaf zich met zijn huisgezin naar Nieuw-Zeeland (1865). Zijne bezittingen werden er echter verwoest in den Maori-oorlog, zoodat hij in 1869 naar Denemarken terugkeerde, waar hij in 1871 zijn voormalig bisdom herkreeg.

< >