Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Molybdenium

betekenis & definitie

Molybdenium (Mo), een metaal, vindt men niet in gedegen toestand, maar verbonden met zwavel in molybdeenglans, met zuurstof in molybdeenoker en als molybdeenzuur lood (geel-looderts). Door het roosten van molybdeenglans ontstaat onzuiver molybdeenzuur, dat in den luchtstroom, of ook door het op te lossen in ammoniak, door het ontkoperen der oplossing met zwavelammonium en door eene ontleding van het molybdeenzuur ammoniak door verwarming gezuiverd wordt. Het molybdenium, door reductie van molybdeenzuur verkregen, is wit, nagenoeg zilverglanzend en harder dan topaas; het heeft een verbindingsgewigt van 95,86 en een soortelijk gewigt van 8,6; het blijft door de dampkringslucht ongedeerd, maar oxydeert bij verwarming eerst tot een bruin, daarna tot een blaauw oxyde, en wordt alleen aangetast door salpeterzuur, geconcentreerd zwavelzuur en koningswater.

Het vormt met zuurstof onderscheidene oxyden. Scheels bragt in 1778 het eerst molybdeenzuur, en Hjelm in 1782 het eerst het metaal aan den dag.

Het molybdeenzuur anhydride (Mo 03) vormt dunne witte plaatjes, die bij verwarming geel en bij afkoeling weder kleurloos worden. Het lost op in 570 deelen water, ongegloeid ook in zuren, smelt in roodgloeihitte, verstijft tot eene stroogele, kristallijne massa en sublimeert moeijelijk in geslotene vaten, maar bij den smeltingsgraad gemakkelijk in den luchtstroom tot plaatjes en schubjes. Eene met zoutzuur verzadigde oplossing van een molybdeenzuur zout geeft op den dialysator eene waterige gele oplossing van molybdeenzuur (H2 M04), die bij uitdamping eene gomachtige massa achterlaat. Van de molybdeenzure zouten, die alle ongekleurd zijn, wanneer de basis ongekleurd is, zijn slechts enkele en wel die met alkalische basis in water oplosbaar. Eene oplossing van molybdeenzuur in ammoniak levert bij eene omzigtige verdamping prisma’s van molybdeenzuur ammoniak, (NH4) 6MO7 024 + 4H2 O. Eene met overtollig salpeterzuur vermengde oplossing van dit zout ontvangt door de geringste sporen van phosphorzuur of van phosphaten eene gele kleur en geeft dan een gelen neerslag van phosphormolybdeenzuur ammoniak.

Men bezigt deze reactie algemeen tot het opsporen van phosphorzuur. Lost men den neêrslag op in eene warme soda-oplossing, verdampt men deze, gloeit men het achterblijvende en lost men dit onder toevoeging van salpeterzuur in water op, dan is deze vloeistof een gevoelig reagens voor ammoniak en alkaloïden. Bij de reductie levert molybdeenzuur verschillende molybdeenoxyden. Uit de zoutzure oplossing wordt door tin, zink en ijzer een blaauw oxyde neergeslagen (molybdeenblaauw, mineraal indigo). Een dergelijk praeparaat (blaauw karmijn) ontstaat door de werking van tinchlorure, en wanneer men eene oplossing van molybdeenzuur in zwavelzuur met alkohol vermengt, verkrijgt men eene blaauwe vloeistof, welke geschikt is om zijden stoffen te verfen.

< >