Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Meteorologie

betekenis & definitie

Meteorologie (De) of dampkringskunde omvat de leer der in den dampkring plaats grijpende veranderingen van luchtdrukking, warmte, vochtigheid en electrische gesteldheid, alsmede der hieruit voortvloeijende verschijnselen, zooals luchtstroomen, vochtige neerslagen, onweders enz. De geographische meteorologie of klimatologie is de leer van de gesteldheid des dampkrings in verschillende gewesten op onze aarde. De meteorologie in het algemeen, als onderdeel der natuurkunde, bevat de moeijelijkste en meest ingewikkelde vraagstukken dezer wetenschap, omdat hetgeen zich op het oogenblik vertoont als de werking van voorafgaande omstandigheden, in het volgend oogenblik wederom de oorzaak wordt van toekomstige verschijnselen. De meteoroloog kan daarenboven slechts waarnemen en geene proeven doen, zoodat hij alleen door lange reeksen van waarnemingen de wetten der verschijnselen kan opsporen.

Alleenstaande waarnemingen bezitten alzoo slechts eene ondergeschikte waarde, en de vooruitgang der meteorologie in den jongsten tijd dagteekent van de stichting der door von Humboldt aanbevolene meteorologische stations. De Russische en Engelsche gouvernementen gaven daaraan gereedelijk gehoor, en thans heeft men bij alle beschaafde volken meteorologische waamemingsplaatsen. Het meteorologisch observatorium te Utrecht, onder de directie geplaatst van den hoogleeraar Buys Ballot, heeft inzonderheid door den ijver van dr. Krecke, die daaraan bij de stichting en voorts gedurende eene reeks van jaren op loffelijke wijze is werkzaam geweest, een hoogen trap van volkomenheid bereikt. Gelijk elders is ook dáár in alle behoeften voorzien door vernuftig uitgedachte, zelfregistrérende instrumenten, die den loop der verandering in de dampkringsverschijnselen zelve op het papier brengen. Ook is daarmede een magnetisch observatorium verbonden.

De taak der meteorologie is gelegen: in het verklaren van het onderling verband der verschillende dampkringsverschijnselen, — in het waarnemen der dagelijksche en jaarlijksche veranderingen der afzonderlijke meteorologische verschijnselen op eene bepaalde plaats, — in het nasporen der algemeene dampkringsbewegingen, om daaruit op te maken, hoe eene bepaalde meteorologische gesteldheid over den aardbodem voortschrijdt, — in het onderzoek, hoe men door de waarnemingen aangaande bovengenoemde aangelegenheden iets kan vaststellen omtrent de toekomstige weêrsgesteldheid op eene bepaalde plaats. De vervulling dier taak eischt de zamenwerking van alle meteorologen op de meest mogelijke stations en wel volgens een gemeenschappelijk stelsel en eene gelijke wijze van waarneming. Hiertoe heeft men besloten, terwijl er tevens internationale meteorologische comités zijn benoemd en er nu en dan algemeene meteorologische congressen worden gehouden. Het eerste congrès van dien aard had plaats in September 1873 te Weenen en het volgende zal in dit jaar (1877) te Rome bijeenkomen. Met hulp van den telegraaf is men in den laatsten tijd zoover gekomen, dat men uit het verschil van luchtdrukking op de onderscheidene meteorologische stations de windsterkte in het eerstvolgend etmaal met vrij groote waarschijnlijkheid bepalen kan, zoodat in de voornaamste havenplaatsen signalen worden gegeven, wanneer storm op handen is. Daardoor zijn reeds vele schepen aan een dreigend gevaar ontkomen. Belangrijke geschriften over meteorologie zijn vooral geleverd door Kämtz, Dove, Mühry, Schmidt, Buys Ballot, Lommel, Rothe en Mohn.

< >