Loftus (Augustus William Frederick, Spencer, lord), een Britsch staatsman, is de vierde zoon van den tweeden markies van Ely en werd geboren den 4den October 1817. Nadat hij te Eton zijne opleiding ontvangen en te Cambridge gestudeerd had, werd hij in 1837 attaché bij het Britsch gezantschap te Berlijn. Ruimer werd echter zijn werkkring, toen hij sir Stratford Canning, thans lord Stratford de Redcliffe, van 1848 tot 1852 op buitengewone zendingen naar de Hoven van Berlijn, Weenen, München en Athene vergezelde.
In 1852 begaf hij zich als gezantschapssecretaris naar Stuttgart. In Mei 1853 zag hij zich in die betrekking naar Berlijn verplaatst en nam er gedurende de afwezigheid van den gezant (lord Bloomfield) meermalen als chargé d’affaires de bezigheden van diens post op zich. De bekwaamheid, welke hij daarbij aan den dag legde, was oorzaak, dat hij in 1858, in plaats van graaf Westmoreland, tot gezant te Weenen benoemd werd, en in 1860 vertrok hij in die betrekking naar Berlijn. Nadat hij tot ridder van de Bath-orde was benoemd, vertoefde hij van 1862 tot 1866 als gezant te München, ontving in laatstgenoemd jaar het groot-kruis van de Bath-orde en werd vertegenwoordiger van Engeland bij den Noord-Duitschen Bond. Door zijne wisseling van nota’s met de Pruisische regéring, in den tijd van den Fransch-Duitschen Oorlog, over den uitvoer van munitie uit Engeland en in het algemeen door de houding van Engeland tegenover de oorlogvoerende Mogendheden verwekte hij de algemeene aandacht. Nadat het Duitsche Keizerrijk was tot stand gekomen, werd hij in October 1871 door Odo Russell vervangen en vertrok in het begin van 1872 als gezant naar Petersburg, waar hij thans nog werkzaam is.