Lindau, eene voormalige vrije rijksstad in het Beijersch arrondissement Zwaben en Neuburg, verrijst ongemeen bevallig aan het noord-oostelijk uiteinde der Bodensee op 2 eilanden, die echter door eene houten brug ter lengte van 350 Ned. el en sedert 1853 door een steenen spoorwegdam met den vasten wal verbonden zijn. Men heeft er 4 kerken, een Koninklijk slot, eene Latijnsche en eene nijverheidsschool en omstreeks 6000 inwoners. Eene fraaije haven is in 1812 aangelegd, later aanmerkelijk vergroot en met het standbeeld van Maximiliaan II en met het beeld van een reusachtigen leeuw versierd.
Door middel van die haven is Lindau het centraalpunt geworden van het handelsverkeer tusschen Beijeren en Zwitserland. Het stoombootverkeer is er zeer levendig en de markt voorzien van ooft, wijn, kirschwasser, visch, graan, vet en kaas. Het nabijgelegen Lindenhof wordt wegens zijne fraaije tuinen door vele vreemdelingen bezocht.