Limerick, een graafschap der Iersche provincie Munster, is in het noorden door de Shannon gescheiden van Clare, grenst in het westen aan Kerry, in het zuiden aan Cork, in het oosten aan Tipperary, en telt op 50 geogr. mijl omstreeks 200000 inwoners, die bijna allen de R. Katholieke godsdienst belijden. De bevolking is in de jongste 30 jaren ongeveer met ⅓ verminderd. Het grootste gedeelte des lands is eene golvende, vruchtbare kalksteenvlakte, alwaar zich het Gouden Dal (Golden Vale) in het oosten en het landschap Corcassins aan de Shannon door een voortreffelijken grond onderscheiden. Aan de grenzen verheffen zich gebergten, namelijk in het noordoosten de Slieve-Felim-Mountains, in het zuidoosten de Galty-Mountains met den Galty (900 Ned. el hoog), in het zuiden de Ballihowra-Mountains en in het zuidwesten de Mullaghareir-Mountains.
De belangrijkste zijrivieren van de Shannon zijn er de Mulkear, de Maigue en de Deel. Men verbouwt er veel tarwe en haver en mest er uitstekende runderen, schapen en zwijnen. De bodem levert er ijzer, koper, lood en steenkolen, doch alleen deze laatste worden opgedolven. Ook wint men er bouwsteen en fraai marmer. Het graafschap zendt 2 en de evenzoo genoemde hoofdstad Limerick desgelijks 2 afgevaardigden naar het Parlement. De stad ligt op den achtergrond van den langen, baaivormigen mond der Shannon in een vlak landschap en is door spoorwegen met de voornaamste steden des lands verbonden. Zij verheft zich op de beide oevers van laatstgenoemde rivier en op het door deze gevormde Konings-Eiland (Kings-Island), zoodat zij uit 3 deelen bestaat, welke door 7 bruggen onderling verbonden zijn. Op dat eiland liggen Englishtown en Irishtown, de oudste gedeelten, met naauwe, morsige straten en eene behoeftige bevolking; op den linker oever verrijst de Nieuwstad of Newton-Pery (Pery is de familienaam van den earl van Limerick) met breede, regte, elkander regthoekig snijdende straten, fraaije kaden, flinke huizen, sierlijke winkels en het standbeeld van lord Monteagle op een groot plein. Deze stad is de zetel van een Anglicaanschen en van een R. Katholieken bisschop en bezit, behalve de Protestantsche en R. Katholieke hoofdkerken, 17 kerken van verschillende genootschappen.
Van de merkwaardige openbare gebouwen noemen wij: het geregtshof, het gebouw voor inkomende regten, de beurs, de gevangenis, het hospitaal, het bisschoppelijk paleis en 4 kazernen. Voorts heeft men er een gesticht voor blinden, voor krankzinnigen enz., eene Kamer van Koophandel, eene school voor beeldende kunst, een letterkundig genootschap met eene groote boekerij, eene geneeskundige vereeniging en eene maatschappij van landbouw. Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 45000; zij is na Dublin, Belfast en Cork de aanzienlijkste stad van Ierland. Men vervaardigt er veel kant en fijne lederen handschoenen, terwijl ook andere takken van nijverheid er zeer bloeijen. De haven is 1500 Ned. el lang en 140 Ned. el breed, en vaartuigen van 600 ton kunnen er aan de kade aanleggen. — Limerick werd in de 9de eeuw door den Noorweegschen vorst Ivor gesticht, en in de 12de eeuw heerschten er nog Noorsche Koningen. In 1174 werd zij door de Engelschen, in 1651 door de troepen van het Parlement na dapperen tegenweer veroverd, — voorts in 1690 te vergeefs door Willem III belegerd, waarna zij zich eerst in 1691 aan generaal Ginckel overgaf.
