Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kübeck

betekenis & definitie

Kübeck (Karl Friedrich, vrijheer von) tot Kübau, een Oostenrijksch staatsman, geboren te Iglau in Moravië den 28sten October 1780, studeerde te Weenen en te Praag, bekleedde aanvankelijk eenige ondergeschikte betrekkingen, doch werd weldra Hofsecretaris bij de Hofkanselarij, zag zich in 1809 belast met de zorg voor het leger, doch keerde na den vrede als regeringsraad en referendaris naar de kanselarij terug. Wegens zijne uitstekende bekwaamheid werd hij in 1814 tot staatsraad benoemd, waarna men de organisatie der herkregene Oostenrijksche gewesten aan hem opdroeg. Vooral besteedde hij zijne krachten aan het Lombardisch-Venetiaansch Koningrijk en aan Tyrol, waarna de Keizer hem de ridderlijke waardigheid schonk. In 1815 werd hij aan den minister van Financiën graaf Stadion, toegevoegd, daarna tot staatsraad benoemd en in 1825 in den stand der vrijheeren opgenomen.

Hij bezat eene grondige kennis der Oostenrijksche financiën, welke onder het bestuur van von Metternich niet weinig in verwarring waren geraakt. Toen hij voorts in November 1839 tot voorzitter der algemeens Rekenkamer benoemd was, zocht hij talrijke misbruiken en verkeerdheden uit den weg te ruimen. Wegens de gebeurtenissen van 1848 nam hij zijn ontslag, doch trad in het najaar van 1849 weder in staatsdienst en vertegenwoordigde met Schönhals Oostenrijk bij de tijdelijke Bondscommissie. Na zijn terugkeer werd hij in 1851 voorzitter van den rijksraad, en overleed aan de cholera te Hadersdorf bij Weenen den llden September 1855.

< >