Köchly (Hermann August Theodor), een verdienstelijk letter- en oudheidkundige, geboren te Leipzig den 5den Augustus 1815, studeerde te Leipzig, en werd eerst leeraar aan het progymnasium te Saalfeld en in 1840 aan de Kreuzschule te Dresden.
Hij schreef aldaar: „Vorlesung über Sophokles’ Antigone (1844)”, — „Ueber das Princip des Gymnasialunterrichts der Gegenwart (1845)”, — en „Zur Gymnasialreform (1846)”. In plaats van het schrijven en spreken der Latijnsche taal verlangde hij, dat de leerlingen door het lezen der oude schrijvers tot eene juiste voorstelling van de gesteldheid der oude wereld zouden komen. Daartoe stichtte hij in 1846 het „Gymnasialverein” te Dresden en deelde in zijne „Vermischten Blätter zur Gymnasialreform (1846—1847, 3 stukken)” berigten mede omtrent de werkzaamheden van dit genootschap. In 1848 spande hij al zijne krachten in om eene reorganisatie der scholen tot stand te brengen, en in December van dat jaar zag hij zich ten behoeve van het koningrijk Saksen belast met het ontwerpen eener onderwijswet, welke hij later (1850) openbaar maakte.
In 1849 werd hij lid der Tweede Kamer in Saksen en behoorde er tot de gematigde linker zijde, doch bij de reactie van Mei 1849 moest hij zijn vaderland verlaten. Nu bepaalde hij zich uitsluitend bij de studie der letterkunde en vestigde zich aanvankelijk te Brussel, vanwaar hij in 1851 naar Zürich vertrok; hier zag hij zich tot hoogleeraar in de Grieksche en Latijnsche letterkunde benoemd. In 1864 ging hij in dezelfde betrekking naar Heidelberg. Hij leverde uitgaven van Quintus Smyrnaeus (1850) en Pseudo-Manetho (1851), en schreef: „De Iliadis carminibus (1856—1859)”, — „De Odysseae carminibus (1862—1863)”, — „Opuscula epica (1864)”, — „De diversis Hesiodeae Theogoniae partibus (1860)”, — „Iphigenia auf Tauris (1859—1862)”, enz. Voorts schreef hij met W. Rustöw het belangrijke werk: „Geschichte des griechischen Kriegswesens (1852)”, — alsmede: „Griechische Kriegsschriftsteller (1853—1855, dl 1 en 2)”, — en „Einleitung zü Cäsar’s Commentarien über der Gallischen Krieg (1857, desgelijks met Rüstow)”.