Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kaschau

betekenis & definitie

Kaschau, de hoofdstad van Opper-Hongarije en van het comitaat Abaujvar, op den regter oever van de Hernad in een fraai, door wijngaarden omgeven dal gelegen, is de zetel van het comitaatsbestuur, van een bisschop enz. en telt ongeveer 20000 inwoners, waaronder zich 1000 Lutherschen, 600 Hervormden, 700 Grieken en 900 Israëlieten bevinden. De stad, te voren eene sterke vesting, heeft eene geringe uitgebreidheid, maar onderscheidt zich door hare zindelijke, regelmatig aangelegde straten en door vele aanzienlijke gebouwen, terwijl de 3 voorsteden zeer ruim zijn. Het merkwaardigste gebouw is er de dom, gewijd aan de heilige Elizabeth, uit teerlingbiokken gesticht en ruimschoots voorzien van antieke kunstwerken; deze kerk is eene der oudste en fraaiste van Hongarije. Men vindt er eene Koninklijke académie voor regtsgeleerdheid, een gymnasium, een seminarium en onderscheidene andere scholen.

De nijverheid is er van veel belang: men heeft er buskruid- en papiermolens, stoommolens, olieslagerijen, tabaksfabrieken, leerlooijerijen, suikerraffinaderijen, azijn-, laken- en stijfselfabrieken enz. Door hare ligging is zij het middelpunt van den handel tusschen Galicië en Hongarije, vooral nadat zij door spoorwegen met het Europésche net verbonden is. Voorts was Kaschau steeds eene belangrijke plaats in tijden van oorlog. Den 4den Januarij 1849 werd in hare nabijheid een belangrijke slag geleverd, waarin de Oostenrijkers onder generaal Schlick de overwinning behaalden op de Hongaren onder Meszmos. Kaschau is zeer oud en werd reeds in 1241 door koning Sela met stedelijke regten begiftigd.

< >