Jaubert (Chevalier Pierre Amédée Emilien Probe), een Fransch beoefenaar der Oostersche talen, geboren te Aix in Provence den 8sten Junij 1779, was een leerling van Silvestre de Sacy, ontving op 18-jarigen leeftijd eene aanstelling als tolk bij de Egyptische expeditie en werd kort daarna eerste secretaris en tolk van Bonaparte. Als zoodanig moest hij de toespraken en proclamatiën van dezen generaal in de taal des lands overzetten en correspondentie voeren met de inlandsche vorsten. Na zijn terugkeer met Bonaparte zag hij zich benoemd tot secretaris en tolk bij het algemeen bestuur, vertrok in 1802 met Sebastiani weder naar het Oosten en diende er als tolk en tevens als onderhandelaar te Constantinopel en in Perzië. Weldra was hij gevolmagtigde te Constantinopel, doch na den terugkeer der Bourbons moest hij zijn ambt nederleggen.
In 1818 deed hij op nieuw eene reis naar het Oosten, om er, op last der regering, Tibetaansche geiten te koopen. Na dien tijd wijdde hij zich uitsluitend aan de studie der Oostersche talen en gaf aan het Collége de France onderwijs in het Turksch, Perzisch en Arabisch. Ten tijde der Julij-regéring werd hij staatsraad in buitengewone dienst en pair, en overleed den 30sten Januarij 1847. Hij was lid van de Académie des Inscriptions en medewerker aan het „.Journal asiatique.” Ook schreef hij: „Elements de la grammaire turque (1834, 2de druk)’’, en leverde eene vertaling van de Arabische aardrijkskunde van Edrisi (1836— 1840, 2 dln).