Hesperis L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Kruisbloemigen. Het onderscheidt zich door scheef gebogene bloembladen, eene klier tusschen de kortere meeldraden, een aan den voet 2-gaffeligen en aan den top gesloten stempel, een bultigen kelk, eene veelzadige, knobbelige haauw en langwerpige, nagenoeg 3-zijdige zaden. Het omvat één- en tweejarige en overblijvende kruiden in Europa en Amerika.
Als gekweekte sierplant komt bij ons voor H. matronalis L. (nachtviolier of damastbloem) met bloemstelen , die evenlang of langer zijn dan de kelk, omgekeerd-eironde bloembladen, wijd-uitstaande, bijna rolronde haauwen, ei-lancetvormige, toegespitste bladeren, een onbehaarden of met vertakte haren bedekten stengel en groote paarse bloemen. Men vindt van deze een aantal verscheidenheden in Duitschland, Zwitserland en Sibérië. — In Hongarije en Neder-Oostenrijk heeft men H. iristis L., eene 2-jarige, sierplant met prachtig groene, paarsgeaderde bloembladen en korte haauwen.