Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Harpijen

betekenis & definitie

Harpijen zijn fabelachtige wezens van eene huiveringwekkende gedaante. Zij worden het eerst vermeld in de „Odyssee”. Volgens Hesíodus heeten zij Aëllo en Ocypete, en zij worden door hem voorgesteld als dochters van Thaumas en Electra, als zusters van Iris, als van vleugels voorzien en nog sneller dan de wind. Eerst later hervormde men ze in wraakgodinnen, waarna ze beschreven werden als roofvogels met maagdelijke aangezigten, menschelijke armen, scherpe klaauwen enz.

Zij vervullen eene merkwaardige rol in de geschiedenis van Phineus. De dichter Virglius noemt ééne der Harpijen Celaeno en plaatst hare woning op de Strophadische eilanden, aan den ingang der onderwereld, zoodat Nederlandsche dichters wel eens van eene hel-Harpij spreken. Het Harpijen-monument van Xanthos in het Britsch Muséum is vermaard.