Guarino (Varinus), een Italiaansch geleerde, geboren te Verona in 1370, begaf zich in 1388 naar Constantinopel, om bij Chrysoloras zich te oefenen in het Grieksch. Na zijn terugkeer gaf hij onderwijs te Verona, Padua en Bologna en werd de opvoeder van prins Lionello van Ferrara. In 1438 was hij werkzaam als tolk tusschen de Latijnsche en Grieksche concilie-leden te Ferrara, en overleed in 1460.
Hij maakte zich zeer verdienstelijk door den lust voor de studie der classieke schrijvers op te wekken. Ook leverde hij vertalingen van de eerste 10 boeken van Strabo en van een groot gedeelte der geschriften van Plutárchus, alsmede noten op de werken van Cicero, Persius, Juvenalis, Martialis, en Aristóteles, en schreef een „Compendium grammaticae graecae”, dat in 1509 te Ferrara is gedrukt.
