Glorie, aureool, stralenkrans of nimbus is de naam van den lichtkring, die door de middeleeuwsche en latere schilders om het hoofd of om het geheele lichaam van gewijde personen werd geplaatst. Vooral werden Christus en de Heilige Maagd, — voorts de Apostelen en martelaren met eene glorie voorzien. Zulk eene glorie was verschillend van kleur en ook verschillend van vorm.
Die der Heilige Maagd was veelal een krans van sterren, en die der engelen een krans van kleine stralen, omsloten door een tweeden krans van vierbladige bloemen en paarlen. De glorie kon een licht- of stralenkrans, maar ook een dunne kring zijn; hare gedaante kon voorts rond of vierkant wezen of ook den vorm hebben van eene boven het hoofd zwevende schijf. In sommige miniaturen der 9de eeuw draagt zelfs Satan eene glorie, — welligt als een zinnebeeld van magt.
Omgeeft zulk eene glorie het geheele ligchaam, dan draagt zij den naam van aureool. Deze is als het ware een mantel van licht, die den persoon omhult. Alleen God de Vader, Christus en de Heilige Maagd werden er mede bekleed. De aureool kon langwerpig (ovaal), cirkelvormig of in vakken verdeeld wezen, en dikwijls ook wordt de aureool doorsneden van een regenboog, waarop Christus of de Heilige Maagd gezeten is.