Gillies (John), een Engelsch geschiedschrijver, geboren te Brechin in het Schotsche graafschap Angus den 18den Januarij 1747, studeerde in de theologie en letteren te Glasgow en reisde als gouverneur der zonen van den graaf van Hopetown door een groot gedeelte van Europa. Na zijn terugkeer wijdde hij zich aan het voortzetten zijner studiën. Men meent, dat het geschied- en aardrijkskundig woordenboek, onder den naam van Guthrie in het licht verschenenen, van hem afkomstig is. Voorts leverde hij eene vertaling der redevoeringen van Lipsius en Isócrates (1778), — en der werken over zedeleer en staatkunde van Aristóteles (1786—1797).
Daarna schreef hij de merkwaardige „History of ancient Greece, its colonies and conquests (1786, 2 dln, 6de uitgave 1820, 4 dln)”, — waarop zijn laatste werk: „History of the world from the reign of Alexander to that of Augustus (1807—1810, 2 dln)” volgde. In 1794 zag hij zich benoemd tot Koninklijk historiograaf voor Schotland. Ook schreef hij nog eene vergelijking tusschen Frederik de Groots en Alexander van Macedonië in het „View of the reign of Frederick II of Prussia (1789)”, en overleed den 15den Februarij 1836.