Ghasna, ook Ghasni of Ghisri genaamd, eene stad in Afghanistan (Britsch Indië), ligt aan den grooten Perzisch-Indischen karavaanweg, 16 geogr. mijl ten zuidzuidwesten van Kaboel en 45 geogr. mijl ten noordnoordoosten van Kandahar, en aan den westelijken voet van eene bergketen, welke zich ter hoogte van 2400 Ned. el verheft. Zij telt 10000 — volgens anderen 3000 — inwoners en werd in 1838 door de Engelschen onder lord Keane ingenomen. Voorheen was zij eene sterke stad, maar in 1842 zijn hare vestingwerken gesloopt. Er zijn uitgebreide bazars.
Wegens hare ligging op eene hoogvlakte is de winterkoude er zeer fel en de zomerwarmte ongemeen drukkend. Een uur gaans van daar bevinden zich de bouwvallen van oud-Ghasna, — weleer eene der fraaiste steden van Azië. — Als de stamvader van de naar Ghasna genoemde dynastie der Ghasnaviden wordt Alp-Tekin (♰ 975) genoemd. Tot zijne nazaten behoorde Mahmoud de Groote, die van 997 tot 1030 regeerde en zijne heerschappij uitstrekte over een groot gedeelte van Azië.
