Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Genoels

betekenis & definitie

Genoels (Abraham), een Nederlandsch landschapschilder en graveur, geboren te Antwerpen in 1638 of 1640, oefende zich onder de leiding van Backereel gedurende 4 jaar in het portretschilderen en legde zich vervolgens toe op het landschap.

Nadat hij bij Firelans te ’s Hertogenbosch onderwijs had ontvangen in de meetkunde en het perspectief, ging hij naar Parijs, waar hij bekend werd met Frank en Millet en weldra een goeden naam verwierf. De Sêve maakte gebruik van zijne hulp bij het vervaardigen van tapijten voor den minister Louvois, en Lebrun was met zijne kunstvoortbrengselen zóó ingenomen, dat hij hem het voorstel deed om voor de fabriek der gobelins te werken, terwijl Genoels kort daarna tot lid der Academie benoemd werd. Daarna schilderde hij de achtergronden voor de „Veldslagen van Alexander” door Lebrun. Weldra keerde hij in zijn vaderland terug, doch ondernam niet lang daarna een togt naar Rome, waar hij door zijne bedrevenheid in de meetkunde den naam van Archimedes verwierf.

Hij bleef er 8 jaren en verzamelde schetsen van Italiaansche landschappen en gebouwen, waarna hij wederom Parijs bezocht en aan den minister Colbert en zijn vriend Lebrun eenige teekeningen ten geschenke gaf. In 1682 vestigde hij zich weder te Antwerpen, waar hij vervolgens in hoogen ouderdom is overleden. Hij was een ijverig opmerker der natuur en wist door zijne ongemeene technische vaardigheid aan zijn werk eene hooge volkomenheid te geven. Zijn coloriet is waar en krachtig en zijne compositie geestig. Zijne etsen zijn voorts breed en schetsachtig behandeld en naar zijne eigene teekeningen gegraveerd.