Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Galway

betekenis & definitie

Galway, het zuidelijkste graafschap der Iersche provincie Connaught, bezit een oppervlakte van 115 geogr. mijl en is na Cork het grootste der Iersche eilanden. Het grenst ten westen aan den Atlantischen Oceaan, die er een aantal veilige baaijen en inhammen, alsmede vele kust-eilanden en klippen vormt. Daartoe behoort de diep landwaarts dringende Galway-baai in het zuiden, wier mond door de 3 Arran-eilanden tegen de westelijke winden beveiligd wordt. De Lough (meer)-Corrib, die 4 1/3 geogr. mijl lang en op het meest 2 1/4 geogr. mijl breed is, scheidt het graafschap in 2 deelen en staat in verband met de Lough-Mask.

Ten westen van die meren ligt het romantische, maar nagenoeg woeste landschap Connamara (Land der baaijen) met ongeveer 20 inhammen, voor schepen van elk charter bevaarbaar. Ten zuiden grenst dit westelijk gedeelte met het landschap Yarconnaught aan de Galway-baai, die nagenoeg van havens verstoken is. Het oostelijk gedeelte des lands is, met uitzondering van een klein stuk, over het geheel vlak of eenigzins golvend. Men heeft er meer dan 25 bevaarbare meren, en de rivier de Shannon met hare zijrivier de Suck vormen er de oostelijke grenzen. Men heeft er in het westen, behalve de meren, ook moeras- en broeklanden, en in het oosten goede weiden en bouwlanden; doch ongeveer de helft van den geheelen bodem is woest. Men verbouwt er voornamelijk haver en aardappels, maar ook beste tarwe, en houdt er goed rundvee, voortreffelijke schapen, zwijnen en paarden.

De mijnen leveren er lood en marmer. De groote hoeveelheden zeewier, die er aanspoelen, bezigt men tot meststof. De bewoners zijn er in het algemeen arm en houden hun verblijf in ellendige hutten. Behalve den landbouw, behooren linnenweverij en visscherij er tot de belangrijkste bronnen van bestaan. De bevolking bedraagt er ongeveer 270000 zielen.

De hoofdstad Galway, aan de evenzoo genoemde baai en aan den mond der Corrib, aan het uiteinde der Westbaan gelegen, heeft in het oude gedeelte naauwe, morsige, en in de nieuwere wijken breede, regte straten. In de voorsteden ziet men armzalige hutten. Eene der voorsteden, Claddagh genaamd, is de verblijfplaats eener visscherskolonie. De haven, door een kanaal met het Corrib-meer verbonden, is groot, maar ondiep. Men heeft er daarom doks gebouwd, waarin schepen van aanmerkelijken diepgang eene plaats vinden.

De stad is voorts eene der sterkste vestingen van Ierland en tevens een station voor oorlogschepen, en telt ongeveer 15000 inwoners. Men heeft er een geregtshof, 5 kerken, 8 kloosters, eene Latijnsche school en een collége. De nijverheid bepaalt er zich tot het brouwen van bier, het stoken van spiritus, de leerlooijerij, de ijzergieterij en den handei in voortbrengselen des lands. Sedert eenigen tijd is deze stad regtstreeks verbonden met Noord-Amerika, waardoor 2 dagen op de zeereis bespaard worden.

< >