Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Galen

betekenis & definitie

Galen. Onder dezen naam vermelden wij:

Christoph Bernhard, vrijheer van ff alen, vorstbisschop van Münster en een beroemd krijgsman. Hij werd geboren den 15den October 1600 te Bispink in Westfalen, en bestemd voor den geestelijken stand. Weldra was hij domheer van Münster, doch dit belette hem niet, in 1641 als bevelhebber ten strijde te trekken. In 1650 tot vorstbisschop van Münster benoemd, belegerde en veroverde hij in 1657 deze stad en bouwde er eene citadél. In 1664 was hij een der bestuurders van het Rijksleger, bestemd om oorlog te voeren tegen de Turken, en in 1665 streed hij, met Engeland verbonden, tegen Holland, maar Lodewijk XIV dwong hem in 1666 tot het sluiten van den vrede. Hij verbrak dezen in 1672, veroverde onderscheidene plaatsen, doch stiet het hoofd vóór Groningen, terwijl de Keizer hem vervolgens gelastte om den vrede te herstellen. Daarna verbond hij zich met Denemarken en Brandenburg tegen Zweden en veroverde het hertogdom Bremen. Eindelijk overleed deze krijgszuchtige bisschop te Ahaus den 19den September 1678.

Jan van Galen, een uitstekend Nederlandsch vlootvoogd. Hij werd geboren in 1604 te Eisen in het graafschap Mark uit een adellijk geslacht, nam op 13-jarigen leeftijd dienst als matroos en spreidde zooveel bekwaamheid en moed ten toon, dat hij 13 jaren later tot scheepsbevelhebber bevorderd werd. Vooral gedroeg hij zich dapper tegenover de Duinkerkers, zoodat hij telkens de koopvaarders veilig in de Atlantische Zee of in de Vaderlandsche havens bragt. In 1639 bevond hij zich bij den slag bij Duins, — na den vrede met Spanje maakte hij jagt op de Barbarijsche roofschepen, en in 1652 verving hij Joris Catz als opperbevelhebber in de Middellandsche Zee. Om spoed te maken, reisde hij over land naar Livorno en scheepte zich in op het schip „Jaarsveld.” Bij het berigt dat de Engelsche kommandeur Richard Bodley gereed was om uit de Levant huiswaarts te keeren, stevende van Galen met 10 schepen naar de westkust van Italië, en ontmoette den vijand op den 6den September 1652 tusschen de eilanden Elba en Monte Christo. Twee dagen werd met hevigheid gestreden, totdat van Galen de Engelschen aan het wijken bragt en hen tot het laatst van Februarij 1653 ingesloten hield te Porto-Longone, eene der havens van het eiland Elba. Verdrietig over zijne werkeloosheid, stevende hij, door Bodley achtervolgd, naar Livorno, waar zich de Engelsche schoutbij-nacht Appleton met 6 kloeke oorlogschepen en een brander bevond. Door een schijn-aanval op Bodley lokte hij Appleton uit de haven, om zich vervolgens met kracht op hem te werpen, terwijl de vloot van Bodley door 8 Nederlandsche schepen in ontzag gehouden werd.

Op den 14den Maart begon het gevecht. Van Galen wierp zich op de „Bonaventura”, gaf aan dit schip de volle laag, schoot er de kruidkamer in brand en zag het in de lucht vliegen. De moed der Engelschen begon te dalen, doch de tweede kogel, die het schip van van Galen bereikte, bragt hem eene wonde toe in het been. Geruimen tijd verborg hij die ramp, doch de onderstuurman merkte het op, en waarschuwde hem voor doodbloeden, waarop hij ten antwoord gaf: „Het is eene ligte ramp te midden van de overwinning voor het Vaderland te sterven”. Eindelijk moest hij zich verwijderen, en het been werd afgezet.

Hij gebruikte daarbij een glas wijn en wierp het glas op den grond met de woorden: „De Engelsche koningsmoorders moeten het toch betalen”. Naauwelijks was hij verbonden, toen hij verlangde, dat men hem weder op het dek zou brengen; ’t geen echter niet werd toegestaan. Zoodra hij voorts vernam, dat de Engelschen op de vlugt gingen, beval hij, dat men hen zou nazetten, doch daar de vijand te ver vooruit was, keerde hij terug naar de reede van Livorno, waar hij den 23sten Maart 1653 ten huize van den consul Pieter van der Straaten aan zijne wonden overleed. Zijn lijk werd naar Amsterdam gevoerd en in de Nieuwe Kerk bijgezet, waar een witmarmeren gedenkteeken ter zijner eer verrees. Op dat praalgraf zijn met gouden letters zijne heldendaden vermeld.

Ferdinand, graaf von Galen, een Duitsch staatsman. Hij werd geboren in 1803, trad in Pruissische staatsdienst en werd weldra legatieraad en gevolmagtigde aan het Hof van Hessen-Darmstadt. Daarna was hij in 1848 gezant te Brussel, in 1843 te Stokholm, in 1845 te Cassel, in 1850 te Dresden en later te Madrid.

Philipp Galen, eigenlijk Philipp Lange, een Duitsch romanschrijver. Hij werd geboren te Potsdam in 1813 en is aldaar sedert 1857 als arts van den staf gevestigd. Van zijne talrijke romans noemen wij: „Der Irre von St. James (1853 , 5de uitgave 1871)”, — „Andreas Burns und seine Familie”, — „Der Inselkönig”, — „Der Sohn des Gartners”, — „Der Strandvogt von Jasmund”, — „Die Tochter des Diplomaten”, — „Die Insulaner”, — en „Der Löwe von Luzern”. Zijne „Gesammelte Schriften” zijn in 1857—1866 in 36 deelen uitgegeven.

< >