Galba (Servius Sulpicius), Romeinsch keizer van Junij 68 tot Januarij 69 na Chr., geboren uit een aanzienlijk geslacht in het jaar 5 vóór Chr., bekleedde in 32 het consulschap en onderscheidde zich als stadhouder van Aquitanië onder Tilerius, van Germanië onder Calígula, van Afrika onder Claudius, van Hispania Tarraconensis onder Nero door dapperheid, gestrengheid en regtvaardigheid. Reeds bij den dood van Calígula drongen zijne vrienden er op aan, dat hij den troon in bezit zou nemen; maar hij bleef getrouw aan Claudius en genoot de gunst van dezen Keizer. in 68 eischte Julius Vindex, die met de Gallische legioenen in opstand kwam tegen Nero, dat hij zich met de waardigheid van imperator zou bekleeden. Doch Galba, gehoord hebbende, dat Nero besloten had hem ter dood te doen brengen, trad enkel tegen hem op als gezant van liet Romeinsche tribunaat en van het volk, en eerst toen hij ’s Keizers dood vernam, begaf hij zich naar Rome, om den troon in bezit te nemen, die hem door de praetorianen werd aangeboden. Weldra bleek het echter, dat Galba zijne voormalige degelijkheid had ter zijde geschoven.
Hij bezoedelde zijn bestuur door toegevendheid jegens hebzuchtige gunstelingen , door ongepaste hardvochtigheid en door geldzucht, die hem verleidde, de gewone geschenken aan de soldaten te onthouden. De legioenen in Opper-Germanië eischten van de praetorianen, dat zij een anderen keizer zouden benoemen. Galba meende het dreigend gevaar te kunnen afwenden door Piso als zoon aan te nemen en tot mede-regent en opvolger aan te stellen. Hierdoor echter beleedigde hij Otho, die als stadhouder van Lusitanië zich bij Galba gevoegd had en op diens dankbaarheid rekende. Otho bragt de praetorianen, die ook bij de aanneming van Piso vruchteloos naar een geschenk hadden uitgezien, zonder moeite tot oproer, en deed den Keizer ombrengen, toen deze zich den 15den Januarij 69 op het Forum vertoonde.