Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Frischlin

betekenis & definitie

Frischlin (Nicodemus), een letterkundige en Latijnsch dichter, geboren den 22sten September 1547 te Balingen in Würtemberg, werd reeds op 21-jarigen leeftijd leeraar aan het stift te Tübingen. Nadat hij in 1575 op den Rijksdag te Regensburg zijn tooneelspel „Rebecca” voorgelezen had, werd hij als dichter door Maximiliaan II gekroond en later tot pfalzgraaf verheven. Door de afgunst der geleerden en door den haat van den adel, dien hij door zijne redevoering „Das Lob des Landleben” in het harnas gejaagd had, vervolgd en verdrukt, aanvaardde hij in 1582 de betrekking van rector aan de school te Laibach, maar keerde na verloop van 2 jaar naar Tübingen terug, welke stad hij echter in 1586 wederom verliet. Daarna toefde hij 2 jaar in de Rijnstreek en in Saksen, waar hij zich bezig hield met letterkundigen arbeid en met het beantwoorden der strijdschriften van Crusius.

Nadat hij in 1588 korten tijd rector geweest was van de Martinus-school te Brunswijk, begaf hij zich naar Marburg, en toen hij van hier verbannen werd, ging hij weder naar de Rijnstreek. Toen de Würtembergsche regéring weigerde, hem de nalatenschap zijner vrouw toe te kennen en hij zich deswege tot den Keizer wendde, werd hij als een paskwillenschrijver in hechtenis genomen en naar de vesting Hohenurach gebragt. Hier vervaardigde hij van zijn linnengoed een touw, om aan den kerker te ontsnappen. Door het licht der maan misleid, koos hij echter de gevaarlijkste plek; het touw brak, en Frischlin stortte verpletterd langs de rotswanden naar beneden. Dit gebeurde in den nacht van den 29sten op den 30sten November 1590. Hoewel zijne geschriften in het algemeen de kenmerken dragen van overhaasting, geven zijne „Elegien” en zijne „Hebrais”, de geschiedenis der Israëlietische Koningen behelzend, hem eene plaats onder de beste nieuw-Latijnsche dichters, terwijl zijne 7 tooneelspelen veel geestigs bevatten. Ook heeft hij veel geleverd ten behoeve der Latijnsche spraakkunst.