Foerster (Wilhelm), een uitstekend Duitsch sterrekundige, geboren te Grünberg in Silezië den 16den December 1832, studeerde eerst te Berlijn in de wis- en natuurkunde en begaf zich vervolgens naar Bonn, om zich onder de leiding van Argelander aan de astronomie te wijden. Nadat hij in 1854 met eene dissertatie „De altitudine poli Bonnensi” gepromoveerd was, werd hij in het daarop volgende jaar adsistent bij de Sterrewacht te Berlijn en was er tot 1862 onafgebroken bezig met waarnemingen en berekeningen. Inmiddels had hij er zich tevens als privaat-docent gevestigd en zag zich in 1860 tot eersten adsistent bevorderd, terwijl men hem in 1863 tot hoogleeraar aan de universiteit benoemde, voorts in 1865, na eene tijdelijke waarneming van 2 jaar, als opvolger van den hoogleeraar Encke tot directeur der Sterrewacht.
Sedert dien tijd zorgde hij voor de uitgave van het Berlijnsch „Astronomisches Jahrbuch”, werd lid der commissie voor de Europésche graadmeting, secretaris van het sterrekundig genootschap, lid van de commissie voor maten en gewigten, enz. Zijne wetenschappelijke opstellen vindt men hoofdzakelijk in de „Astronomische Nachrichten” en in het „Astronomisches Jahrbuch” ; ook heeft hij eenige voorlezingen over sterrekundige onderwerpen in het licht gezonden.