Fiue, eene Koninklijk-Hongaarsche vrij-en vrijhavenstad, aan het uiteinde der schilderachtige golf van Quarnéro gelegen, voorheen Tersattica Vitopolis of ook Fanum Seti Viti ad flumen, in het Duitsch St. Veit am Flaum en in het Slawisch Rieka genaamd, was reeds in de dagen der oudheid eene der aanzienlijkste plaatsen van Liburnië.
Ten tijde der Romeinsche Keizers was zij eene bloeijende stad, daarna een leen van den patriarch van Aquileja, vervolgens van de graven van Duino en van de heeren van Görz, totdat in 1471 keizer Frederik III haar toevoegde aan de bezittingen van het huis van Habsburg. In 1776 werd zij door Maria Theresia als een corpus separatum (afzonderlijk ligchaam) met Hongarije vereenigd, en die toestand duurde voort totdat zij in 1809 door de Franschen werd bezet. In 1814 verviel de stad weder aan Oostenrijk, doch werd in 1822 aan Hongarije teruggegeven. Na de volksbewegingen van 1848 en 1849 voegde men Fiume bij het kroonland Croatië, doch sedert 1870 bevindt zich de stad met haar gebied onder het gezag van het Hongaarsch bewind. Zij is als zoodanig de zetel van een Koninklijken Gouverneur, tevens belast met het voorzitterschap der Commissie voor zeezaken.
Men vindt er eene goede haven en eene quarantaine-inrigting, eene regtbank van eersten aanleg, eene handels-en marine-regtbank en consuls van de voornaamste handeldrijvende mogendheden, Het aantal inwoners bedroeg in 1869 nagenoeg 19000, van welke 14000 in de stad en 5000 op haar grondgebied gevestigd zijn. De inwoners behooren bijna alle tot de R. Katholieke Kerk. Tot de inrigtingen van onderwijs behooren er een Koninklijk en een Croatisch gymnasium, 2 stadsscholen van middelbaar onderwijs, 2 lagere scholen en 2 opvoedingsgestichten voor meisjes. Voorts heeft men er eene in 1856 gestichte zeevaartschool met omstreeks 100 leerlingen. Tot de merkwaardigste kerken behooren er de dom van Maria-Hemelvaart met een nieuwen voorgevel, in den trant van het Pantheon te Rome opgetrokken, en de St.
Veits-Kerk, welke op de Kerk van Maria della Salute te Venetië gelijkt. Van de overige belangrijke openbare gebouwen noemen wij het gouvernementsgebouw, een fraaijen schouwburg, die 1600 personen kan bevatten, het casino patriotico en de smaakvolle zeevaartschool. Vermeldenswaardig is ook een goed bewaard gebleven Romeinsche triomfboog, ter eere van keizer Claudius II, een zoon van Germanicus, verrezen. Voorts zijn er onderscheidene inrigtingen van weldadigheid.
In weerwil van de nabijheid van Triёst, hebben handel en nijverheid zich te Fiume voorspoedig ontwikkeld, en de Hongaarsche regering getroostte zich hiervoor belangrijke offers. Twee spoorwegen zullen weldra Fiume met het groote Europésche spoorwegnet verbinden. Ook is er eene Kamer van Koophandel en Nijverheid, eene onderlinge verzekeringsmaatschappij tegen zeegevaar, eene filiaalinrigting der Weener Bank en eene Banca fiumana. Eene groote papier-fabriek aldaar verzendt jaarlijks meer dan 30000 tolcentenaars papier naar verschillende landen, zelfs naar Engeland.
De Koninklijke tabaksfabriek houdt er meer dan 2000 personen bezig en levert jaarlijks 65 millioen sigaren. In de fabriek van werktuigen aldaar worden de beste stoommachines voor oorlogsvaartuigen, alsmede torpedo's vervaardigd, en een watermolen geeft er verbazende hoeveelheden meel ter verzending naar de Levant en zelfs naar Brazilië, terwijl er voorts nog andere fabrieken gevonden worden. Een hoogst belangrijke tak van nijverheid is er vervolgens de scheepsbouw. Eene menigte scheepstimmerwerven liggen aan den oever der zee, en er worden jaarlijks 20 tot 30 zeilschepen gebouwd. Er behooren 186 schepen voor de groote vaart te huis, en in 1869 zijn er 2739 schepen binnengeloopen.
Er zijn 2 havens, Porto Canale Fiumara en Porto Nuovo van welke eerstgenoemde 130 kleine vaartuigen, en laatstgenoemde 40 groote schepen en 150 kustvaarders bevatten kan. Deze heeft 14 millioen Oostenrijksche guldens gekost. De omtrek van Fiume is steenachtig, maar men heeft er wijngaarden, die eene uitmuntende wijnsoort opleveren. Het klimaat is er zeer zacht, zoodat magnolia’s, myrten, laurieren enz. er den winter verduren en kastanjeboomen de heuvels versieren. Eindelijk bloeit er de visscherij; er worden jaarlijks duizende thonijnen gevangen, en men heeft er eene kleine soort van zeekreeften, scampi (Astacus norvegicus), die alleen in de golf van Quarnéro voorkomen.