Eybler (Joseph von), een verdienstelijk componist, werd geboren den 8sten Februarij 1764 te Schwechat bij Weenen en oefende zich onder de leiding van den beroemden contrapuntist Albrechtsberger van 1777 tot 1779.
Nadat de school van dezen opgeheven was, woonde hij de regtsgeleerde lessen bij, gaf onderwijs in de muziek en wijdde zich voorts aan de compositie, waarbij hem de vaderlijke raad van Haydn zeer te stade kwam. Hij maakte kennis met Mozart en kreeg door dezen inzage in de werken van Händel. Nu bepaalde hij zich uitsluitend tot de kerkmuziek, werd in 1792 belast met de directie van een kerkelijk koor en wekte weldra de algemeene bewondering door zijne verhevene missen. Op verzoek van keizerin Theresia schreef hij een plegtig „Requiem” en werd door haar in 1801 tot Keizerlijk muziek-onderwijzer en in 1804 tot Hof-vice-kapélmeester benoemd. Zijn groot oratorium „Die vier letzten Dinge” werd in 1810 voor de eerste maal opgevoerd. In 1824 werd hij eerste Hof-kapèlmeester, doch moest in 1833 wegens een aanval van beroerte zijn ontslag nemen, waarna keizer Franz hem in den adelstand opnam. Hij overleed den 29sten Julij 1846. Men heeft van hem vele sonaten, duetten, trio’s, kwartetten, de opera „Das Zauberschwert”; omstreeks 100 liederen, 2 oratoria, 28 missen, 7 Te Deum’s, een Tantum ergo, een groot Requiem, 34 graduale’s, 26 offertoria, enz.