Edelmann (Johann Christian), een Duitsch vrijdenker, werd geboren te Weiszenfels den 9den Junij 1698. studeerde te Jena in de godgeleerdheid, vertoefde eenigen tijd bij den graaf von Zinzendorf en ging vervolgens naar Berleburg, waar hij deel nam aan de bijbelvertaling van J. Gr. Hang. In zijn geschrift „Onschuldige Wahrheiten” poogde hij het geringe belang der verschillende kerkgenootschappelijke meeningen aan te wijzen. Wegens zijne gevoelens uit Neuwied, Brunswijk, Hamburg enz. verbannen, kreeg hij eindelijk verlof, om zich te Berlijn te vestigen, doch onder voorwaarde van niet meer te schrijven; hij overleed aldaar den 15den Februarij 1767.
In 1847 hebben Strausz en Bruno Bauer eene bloemlezing uit zijne geschriften in het licht gezonden, Van zijne werken noemen wij nog: „Christus und Belial (1741)”,— en „Die Göttlichkeit der Vernunft (1742)”. Hij was een warhoofd, die een mengsel opdischte van mystieke en pantheïstische denkbeelden. Het spreekt van zelf, dat hij talrijke bestrijders heeft uitgelokt.