Een broeder van sultan Bajazet II, werd geboren in 1459. Op 10jarigen leeftijd werd hij stadhouder van Kastemoeni en 6 jaar later van Karaman. Na den dood zijns vaders zocht hij zich meester te maken van Broessa, was aanvankelijk voorspoedig in den strijd tegen zijn broeder, doch leed in 1481 bij Jenisjer en in 1482 bij Angora de nederlaag.
Daarna nam hij de vlugt naar Rhodus, waar hij met den grootmeester d'Aubusson een verdrag sloot, en begaf zich vervolgens naar Frankrijk, waar hij de bescherming genoot van de Maltézer orde, van den Koning van Frankrijk en van den Paus. Alexander Borgia, de opvolger van Innocentius VIII, liet hem, op aandrang van Bajazet, door middel van vergif uit den weg ruimen. Zijne dochter werd de gemalin van Nassir-Móhammed, sultan van Egypte, en hij-zelf vervaardigde gedichten, die tot een „Divan” vereenigd zijn.
