Doeveren

betekenis & definitie

Doeveren (Wolther of Gualtherus van), een verdienstelijk Nederlandsch geneeskundige, werd geboren te Philippine in Staats-Vlaanderen den 16den November 1730, studeerde te Leiden, bezocht Parijs, vestigde zich in 1753 als geneesheer te Leiden, en werd reeds in 1754 benoemd tot hoogleeraar in de genees-, ontleed-, heel-, schei- en verloskunde te Groningen, vanwaar hij in 1771 in die betrekking naar Leiden beroepen werd, nadat hij een leerstoel te Göttingen had van de hand gewezen. Hij hield te Leiden uitstekende redevoeringen, was er 12 jaar met ijver werkzaam, en overleed den 31sten December 1783. Van zijne geschriften noemen wij: „Sermo academicus de erroribus medicorum etc. (1762)", — „Sermo academicus de sanitatis Groninganorum praesidiis ex urbis naturali historia derivandis (1778)", — en „Primae lineae de cognoscendis mulierum morbis etc. (1777 en 1786)".