Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dobrowski (Joseph)

betekenis & definitie

Dobrowski (Joseph), de grondlegger der Slawische letterkunde, geboren den 17den Augustus 1753 te Gyermet niet ver van Raab in Hongarije, ontving eene Duitsche opvoeding en leerde de Boheemsche taal eerst in 1763 op het gymnasium te Deutschbrod. Voorts bezocht hij het collégie der Jezuïeten te Klattau, studeerde te Praag en werd in 1772 te Brünn in de Orde opgenomen. Na hare opheffing keerde hij naar Praag terug en werd er in 1776 huisonderwijzer.

Hij schreef „Fragmentum Pragense evangelii s. Marci, vulgo autographi (1778)”, waarin hij de onechtheid van dat stuk aanwees. Ook gaf hij een tijdschrift uit voor Boheemsche en Moravische letterkunde, waardoor hij in eenigen strijd gewikkeld werd, die bekendheid schonk aan zijn naam. In 1787 werd hij vice-rector, en in 1789 rector van het seminarium te Hradisj bij Olmütz, doch ontving in 1790 bij de opheffing dier inrigting zijn ontslag.

Tot het nasporen en vergelijken van handschriften die betrekking hebben op de geschiedenis van Bohemen, deed hij in 1792 eene reis naar Stokholm, Abo, Petersburg en Moskou, in 1794 door Duitschland, Italië en Zwitserland, doch werd na zijn terugkeer in 1795 aangetast door krankzinnigheid, zoodat men hem in een gesticht moest plaatsen. In 1803 was hij hersteld en woonde na dien tijd bij afwisseling te Praag en op de landgoederen van zijne aanzienlijke begunstigers. Hij overleed te Brünn den 6den Januarij 1829. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Geschichte der Böhmischen Sprache und altera Literatur (1792 en 1818)”, — „Die Bildsamkeit der slawischen Sprache (1799)”, — eene inleiding tot zijn Duitsch-Boheemsch woordenboek, — „Lehrgebäude der Böhmischen Sprache (1809 enz.)” — „Glagolitica (1807)”, — Institutiones linguae slavicae veteris (1822), — en Scriptores rerum Bohemicarum (1783—1784, 2 dln)”. Ook leverde hij vele opstellen in tijdschriften.