Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cretius

betekenis & definitie

Konstantinus Cretius, een Duitsch schilder, geboren te Brieg in Silézië den 6den Januarij 1814, ontving zijne opleiding te Breslau, waar hij de lessen bijwoonde aan de universiteit en in het atelier werkte van den schilder König. In 1833 bezocht hij de Académie te Berlijn, waar hij zich onder de leiding van professor Wach verder ontwikkelde. Eerst schilderde hij eenige genrestukjes, doch met het Bijbelsch tafereel „De zonen van Jacob, het bebloed gewaad van Jozef terugbrengende”, behaalde hij den eersten prijs der Académie voor het historie-schilderen, waarna hij van 1839—1842 Parijs en Rome bezocht.

In 1846 ging hij naar Constantinopel, om er voor sultan Abdoel-Mesjid onderscheidene portretten te schilderen, en na zijn terugkeer te Berlijn vervaardigde hij weder een aantal genre-stukken. Bij voorkeur ontleent hij zijne stof aan het volksleven in het zuiden van Europa. In 1859 schilderde hij voor Freistadt eene „Opstanding”, alsmede een historiestuk „Lodewijk XIV en Mancini”. Voorts behaalde hij grooten roem door eene schilderij, een tooneel uit het leven van den Grooten Keurvorst voorstellende, en door „Cromwell in eene vergadering van Independenten.” In 1868 leverde hij „Gevangen cavaliers vóór Cromwell”, een echt dramatisch stuk. Voor de ridderzaal van de orde der Johannieten in Sonnenburg schilderde hij 3 stukken, en vooral vond zijn „Lodewijk XIV, in het Parlement het woord „L’état c’est moi!” uitsprekende” grooten bijval.

Men zegt van hem, dat hij naar het ideale streeft zonder de natuur geweld aan te doen.

< >