Chrodegang (St.), een afstammeling uit het geslacht der Agilolfingen, was referendaris aan het Frankische Hof ten tijde van Karel Martel, voorts bisschop van Metz, en overleed in 766. Hij bevorderde de verzoening der Frankische regéring met Rome en besteedde zijne aanzienlijke goederen aan het stichten van kloosters. Vooral heeft hij zich beijverd, om de noodige tucht onder de geestelijkheid te herstellen door het invoeren van een bepaalden regel, „Chrodegangi regula sincera” genaamd.
Hierdoor werden de monniken verpligt om in één huis (monasterium) te wonen, gezamenlijk den maaltijd te houden, en op bepaalde uren te zingen, te bidden, den bijbel te lezen en te prediken. Het afleggen van bepaalde beloften was voorts geen vereischte, zoodat zulke kloosterlingen eigene bezittingen mogten hebben. Die regel is eerst door Karel de Groote en vervolgens door Lodewijk de Vrome bevestigd.
