Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chelius

betekenis & definitie

(Maximilian Joseph) Chelius een uitstekend Duitsch heelkundige, werd geboren in 1794 te Mannheim, studeerde aldaar en te Heidelberg en verwierf reeds in 1812 den doctorsrang. Nadat hij zich te München en te Landshut verder geoefend had, werd hjj in 1813 geneesheer aan het hospitaal in Ingolstadt. Zoodra hjj van eene typhus-ziekte hersteld was, trok hij in het volgende jaar met het leger naar Frankrijk. Na het sluiten van den vrede bezocht hjj de hospitalen te Weenen , begaf zich in 1815 wederom naar Frankrijk en vertoefde, na zijn terugkeer, achtereenvolgens te Göttingen, te Berljjn en te Parijs.

Vanhier werd hjj in 1817 als buitengewoon hoogleeraar in de geneeskunde naar Heidelberg beroepen, alwaar men hem in 1819 tot gewoon hoogleeraar benoemde. In 1821 werd hij hofraad, in 1826 geheim hofraad en in 1841 geheimraad, en in October 1864 legde hij zjjn professoraat neder. Chelius heeft door zijne belangrijke voorlezingen een groot aantal heelkundigen gevormd. Tot zijne merkwaardigste geschriften behooren: „Handbuch der Chirurgie (8ste uitgave 1857, 2 dln)”, — en „Handbuch der Augenheilkunde (1844)”. Zjjn zoon Franz Chelius, buitengewoon hoogleeraar in de heelkunde te Heidelberg, schreef: „Ueber die Amputation am Fuszgelenk (1846)”, — „Ueber das Staphylom der Hornhaut (1847)” enz.

< >