Cassini is de geslachtsnaam van onderscheidene beroemde natuur- en sterrekundigen. Daartoe behooren:
Giovanni Domenico Cassini, een uitstekend aard- en sterrekundige. Hij werd geboren den 8sten Junij 1625 te Perinaldo bij Nizza, studeerde aan het Jezuïeten-collégie te Genua en legde zich vooral toe op de astronomie. Hjj maakte te Bologna daarin zulke groote vorderingen, dat hij in 1650 tot opvolger van den hoogleeraar Cavalliéri benoemd werd. Daar het hem voorkwam, dat de meridiaan, door Ignazio Dante in de kerk van den heiligen Petronius getrokken, niet naauwkeurig was, verving hij dien in 1653 door een beteren, en meer naauwkeurige zonne-tafels, eene nieuwe meting van de parallaxis der zon en verbeterde refractie-tafels waren daarvan het gevolg.
Een twist tusschen Rome en Bologna over de Po gaf aanleiding tot de uitgave van zijn boek over den veranderlijken loop van deze rivier. Hij bestuurde den vestingbouw bij het fort Urbino, besliste eene oneenigheid tusschen den Paus en Toscane, nam in 1664 en 1665 te Rome met verwonderlijke naauwkeurigheid 2 kometen waar, zag op de schijf van Jupiter de schaduw van diens wachters en verspreidde een helder licht over de beweging der planeten. Zijne waarnemingen strekten zich desgelijks uit tot Mars en Venus.
Inmiddels benoemde de Senaat van Bologna hem tot opper-intendant van den waterstaat en belastte hem met de inspectie der vestingwerken te Perugia enz. Niettemin was het hem mogelijk, zijne aandacht te vestigen op de insecten en op de transfusie van het bloed. Zijne „Ephemeriden der wachters van Jupiter (1668)'’ waren oorzaak, dat de Fransche regéring hem uitnoodigde, om zich naar Parijs te begeven, waar hij zoo eervol ontvangen werd, dat men hem zonder moeite overhaalde, om aldaar te blijven. Hij had het bestuur over de Sterrewacht zonder evenwel den titel van directeur te bekomen, en hij heeft voor de uitbreiding der sterrekunde veel gedaan.
In de jaren 1671 en 1672 ontdekte hij twee nieuwe wachters van Saturnus, en in 1684 nog 2 andere, zoodat hij hun aantal op 5 bepaalde. Het zodiakaallicht, reeds door Kepler vermeld, nam hij waar met groote naauwkeurigheid, en in December 1680 berekende hij de loopbaan eener komeet, waardoor hij grooten roem verwierf, terwijl hij tevens nieuwe denkbeelden opperde omtrent de aswenteling der maan. Op zijn aandringen begaf zich in 1672 eene wetenschappelijke expeditie naar Cayenne, en hij heeft belangrijke onderzoekingen ingesteld naar den Indischen kalender. Eene nieuwe uitgave van zijn werk over de wachters van Jupiter verscheen in 1693. De opmeting van den meridiaan, door Picard in 1669 begonnen en door Lahire in 1683 vervolgd, zette hij voort tot aan het uiteinde van Roussillon (1700).
In de laatste jaren van zijn leven was hij blind, en hij overleed den 14den September 1712. Van zijne overige geschriften noemen we : „De cometa annorum 1652 et 1653 (1658)” en „Opera astronomica (1666)”. Eene levensbeschrijving, door hem zelven opgesteld, is in 1810 door zijn achterkleinzoon de Thury in de „Mémoires pour servir à l’histoire des sciences etc.” in het licht gegeven.
Jacques Cassini, een zoon van den voorgaande, geboren te Parijs den 18den Fe- bruarij 1677. Hij maakte onder de leiding van zijn vader en aan het Collége-Mazarin onder Varignon zulke belangrijke vorderingen, dat hij reeds op 17-jarigen leeftijd tot lid der Académie van Wetenschappen benoemd werd. Gedurende eene reis naar Holland en Engeland maakte hij kennis met Newton, Halley, Flamsteed en anderen en werd in 1696 lid van het Koninklijk Genootschap te Londen. Na het overlijden van zijn vader nam hij het bestuur der Sterrewacht te Parijs op zich en legde zich desgelijks toe op de bevordering der sterrekunde.
Tot zijne belangrijkste werkzaamheden rekent men de bepaling van den afstand der vaste sterren en van de helling van de loopbanen der planeten, bepaaldelijk van die van de wachters en van den ring van Saturnus (1717), de verklaring van de oorzaak der libratie van de maan (1725), de bepaling der versnelde beweging van Jupiter en der vertraagde van Saturnus, benevens die der gedaante onzer aarde. Uit de opmetingen van Cassini scheen te blijken, dat de aard-as verlengd is naar de zijde der polen, — ’t geen in strijd was met de theorie van Newton, en aanleiding gaf tot de bekende graadmetingen onder den evenaar, bij den poolcirkel en in Frankrijk, alsmede van een grooten cirkel van Brest naar Straatsburg onder de leiding van Cassini.
Hij was een uitstekend waarnemer, doch geen aanhanger van het stelsel van Copernicus, en overleed den 16den April 1756. Tot zijne geschriften behooren : „De la grandeur et de la figure de la terre (1720)” en „Eléments d'astronomie (1740)” met de daarbij behoorende tafels.
César François Cassini de Thury, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Parijs den 17den Junij 1714 en zag zich op
22-jarigen leeftijd benoemd tot adjoint surnuméraire in de Académie van Wetenschappen, alsmede na den dood zijns vaders tot diens opvolger als bestuurder der Sterrewacht en tot maître de comptes. Hij overleed den 4den September 1784 aan de pokken. Zijne meestberoemde werkzaamheid is de trigonometrische opmeting van Frankrijk, welke door zijn zoon Jean Dominique voltooid werd en op 182 bladen (1740—1793) in kaart werd gebragt. Dit uitgebreid topographisch werk is op eene schaal van 1/86400ste der ware grootte ontworpen. Voorts schreef hij : „Rélation de deux voyages faits en 1761 et 1762 en Allemagne (1763—1775, 2 dln)”, — „Description géométrique de la terre (1775)” — en „Description géométrique de la France (1784)”.
Jean Dominique, graaf van Cassini, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Parijs den 30sten Junij 1748, zag zich weldra benoemd tot lid der Académie en eerst tot assistent, later tot opvolger van zijn vader. Het meest heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door de voltooijing der groote kaart van Frankrijk; voorts werkte hij in 1787 met Mechain en Legendre aan eene astronomisch-trigonometrische verbinding van Londen en Parijs. De omwenteling beroofde ook Cassini van zijne betrekking en wierp hem, den ambtenaar des Konings, gedurende 7 maanden in den kerker. Hij begaf zich daarna naar zijn landgoed, en Napoleon I benoemde hem tot ridder van het Legioen van Eer. Hij werd vervolgens lid van het Instituut, bleef het na de restauratie, was tevens lid van het Conseil-général van het departement de l’Oise, en overleed den 18den October 1845.
Alexandre Henri Gabriel Cassini, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Parijs den 9den Mei 1781, studeerde eerst in de sterrekunde en later in de regten, en legde zich daarna hoofdzakelijk toe op de kruidkunde. Hij werd in 1827 lid der Académie van Wetenschappen, in 1829 raadsheer in het Hof van Cassatie, in 1831 lid van de Kamer der Pairs, en overleed den 16den April 1832. Zijne „Opuscules phytologiques” zijn in 2 deelen verschenen (1826—1834).