Caspari. Onder dezen naam vermelden wij:
Karl Friedrich Leberecht Caspari, een Duitsch schrijver over land- en boschcultuur. Hij werd geboren in 1791 te Riegersleben in het hertogdom Brunswijk, studeerde in de regten te Göttingen en te Berlijn, nam deel aan den vrijheidsoorlog (1813—1815), legde zich toe op den landbouw, werd pachter van het domein Petersberg bij Halle, woonde in 1826— " 1833 als privaatdocent te Maagdenburg en werd daarna leeraar aan de landbouwschool te Brunswijk. In 1835 werd hij er commissaris voor domeinzaken, en hij gaf de „Verhandlungen des Vereins für Forst- und Land- wirthschaft in Braunschweig” in het licht.
Karl Paul Caspari, een verdienstelijk uitlegger des Ouden Testaments. Hij werd geboren te Dessau den 14den Februarij 1814, studeerde te Dessau en te Berlijn en werd in 1847 als hoogleeraar beroepen te Christiania. Met Delitzsch schreef hij een „Exegetisches Handbuch zu den Propheten des alten Bundes” en „Biblisch-theologische und apologetisch-kritische Studiën”, terwijl hij onderscheidene bijdragen leverde in het „Zeitschrift für die gesammte lutherische Theologie und Kirche”. Na zijn vertrek naar Christiania schreef hij een belangrijk onderzoek over den „Syrisch- ephraëmitisehen Krieg unter Jotham und Ahas (1849)”, alsmede „Ueber Micha und seine prophetische Schrift (1851)”. Allengs werd hij een invloedrijk vertegenwoordiger der Duitsche godgeleerdheid in het Noorden, en behoorde er tot de commissie ter herziening van de Noorweegsche Bijbelvertaling, 't geen aanleiding gaf tot de uitgave van zijn „Psalmerne Bog (1851)”. Ook zijne uitgave van Borhan-eddin’s „Enchiridion studiosi (1838)” en zijne „Grammatica Arabica (1848)” zijn zeer verdienstelijke werken.
