Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Caraffa

betekenis & definitie

Caraffa is de naam van een adellijk Napolitaansch geslacht. De naam wordt door sommigen afgeleid van het feit, dat een ridder uit het geslacht Caraccioli het leven van keizer Otto I met het zijne redde, waarna deze met 3 vingers en met de woorden „o cara fe (o dierbare trouw)” het bloed van het harnas des dapperen wischte, zoodat hiervan zoowel de naam als de 3 lichte strepen in het wapen afkomstig zijn.

Biagio Aldimari daarentegen verklaart, dat de naam afkomstig is van één uit het geslacht Sismondi, die ter eere zijner moeder Cara den naam van „Carae filius (Cara's zoon)” zou hebben aangenomen. Een zoon van laatstgenoemde, Richard genaamd, vlugtte in 1047 voor de Saracénen naar Napels, waar zijne nakomelingen als admiraals en hertogen zeer in aanzien waren. Hertog Sergius VI gaf aanleiding tot den togt van keizer Lotharius II naar Napels.

Later splitste deze stam zich in 2 takken, die volgens de wapens den naam van della spina (van den doorn) en della statera (van de weegschaal) voerden en zich daarna in 17 verschillende lijnen verdeelden. Tot de belangrijkste personen, van dit uitgebreide geslacht behooren Oliviéro, geboren in 1406, kardinaal, aartsbisschop van Napels en tevens admiraal eener vloot, door paus Sixtus IV tegen de Turken uitgerust, waarmede hij in 1472 Smyrna en de haven van Satalia in Afrika veroverde. In 1482 bragt hij den vrede tot stand tusschen Sixtus IV en koning Ferdinand en hij werd achtereenvolgens kardinaal-bisschop van Alba, Sabina, Ostia en Velletri, waarna hij te Rome overleed den 20sten Januarij 1511.

— Giovanni Piétro Caraffa werd paus onder den naam van Paulus IV. — Carlo, kardinaal en neef van dien Paus, werd geboren te Napels in 1517, bevond zich eerst in dienst van den kardinaal Pompeo Colonna en van Piétro Ludovico Farneze, hertog van Castro, streed onder den hertog van Parma in de Nederlanden, voegde zich bij de orde der ridders van Malta en werd door zijn oom tot kardinaal benoemd. Toen de Paus de familie Colonna van hare goederen ontzette en die aan zijn neef toewees, ontbrandde er een oorlog tusschen hem en Philips II van Spanje, die evenwel gunstig voor Caraffa eindigde. Toch zag de Paus zich later genoodzaakt, om wegens afpersingen zijn neef uit Rome te verbannen. Zijn opvolger Pius IV deed den kardinaal gevangen nemen en worgen.

— Giovanni Caraffa, graaf van Montorio en een broeder van Carlo, werd wegens het vermoorden van zijne gemalin door Pius V ter dood verwezen.

— Antonio Caraffa, geboren te Napels in 1538, genoot door den invloed van zijn oudoom Paulus IV eene voortreffelijke opvoeding, studeerde te Padua in de regten, en werd door Pius V benoemd tot kardinaal en voorzitter der congregatie tot verbetering van den Bijbel en tot verklaring der besluiten van het Concilie van Trente. Later was hij bibliothecaris bij Gregorius XIII en overleed in 1591, onderscheidene geleerde werken achterlatende.

— Piétro Luigi Caraffa, geboren te Napels den 18den Julij 1581, studeerde te Venetië en te Napels in de regten en in de godgeleerdheid en begaf zich ten tijde van Paulus V (1607) naar Rome, waar hij wegens zijne geleerdheid in hoog aanzien stond. Gregorius XV benoemde hem in 1621 tot kardinaal en Urbanus VIII schonk hem in 1623 het bisdom Tricarico en zond hem als nuntius naar de Nederlanden en naar Duitschland. Na zijn terugkeer vestigde hij in zijn bisdom een seminarium, waarna Innocentius X hem tot kardinaal verhief en als legaat naar Bologna zond. Hij overleed in 1665.

— Geronimo Caraffa, luitenant-generaal bij het Spaansche leger, een neef van den kardinaal Antonio, werd geboren te Napels in 1564, en diende in 1587 en later onder den hertog van Parma in de Nederlanden, terwijl hij zich vervolgens onderscheidde bij de bestorming van Lagny en bij de verovering van Amiens. Daarna diende hij onder den aartshertog Albrecht en nam deel aan den slag bij den Witten Berg bij Praag (1620) en aan dien bij Milaan (1621). De Keizer benoemde hem tot rijksvorst, en de Koning van Spanje tot kapitein-generaal van Aragon. Hij overleed te Genua als luitenant-generaal in 1638

— Antonio, graaf van Caraffa, tot de lijn der heeren, later hertogen van Forli behoorend, was Keizerlijk veldmaarschalk, kwam aan het Hof te Weenen, werd weldra hoofd-officier, ging in 1683 als gezant naar Warschau en ontrukte in 1687 de vesting Erlau aan de Turken. Hij maakte zich schuldig aan wreedheid en verraad, maar verkreeg niettemin van het Hof de heerlijkheid Wucsin en de orde van het Gulden Vlies. Hij overleed in 1693.