Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Caithness

betekenis & definitie

Caithness, het meest-noordoostelijke graafschap van Schotland, grenst ten noorden aan de Pentland Frith, die het van de Orkneyeilanden scheidt, ten Oosten aan de Noordzee, ten zuiden en westen aan Sutherland en telt op ruim 331/2, □ geogr. mijl omstreeks 40000 inwoners. De kust is er steil en rotsachtig en van vele baaijen en kapen voorzien. Tot deze laatsten behooren Dunnet-head, Duncansbay-head en Noss-head.

De zee is er wegens de talrijke stormen, waterstroomen en klippen zeer gevaarlijk voor den zeeman. Het binnenland is er in het westen en zuiden, waar de Morven zich in hoogte van 1000 Ned. el verheft, bergachtig en woest, en elders strekken vlakten en veengronden zich uit, die goede weiden opleveren. De voornaamste rivieren zijn de Thurso, de Wickwater en de Water of Fors, maar geene van deze is bevaarbaar. Tot de talrijke meren behooren er de Wattin, de Brualvel, de Schurrevie en de Aliarvel. Het klimaat is er zeer gematigd; de wind waait er doorgaans uit het westen en noordwesten en brengt veel regen. De bosschen in het zuiden bevatten vele herten en reeën, de vlakten veel hazen, konijnen en patrijzen.

In Februarij komen er vogels, Snowfleets genaamd, en worden er in menigte gevangen, waarna de overigen in April vertrekken. Aan de kust zijn veel haringen en zeehonden, en de landbouw kweekt er langs de rivieren tarwe, haver en aardappels, terwijl de veeteelt, vooral de schapenteelt, er in een bloeijenden toestand verkeert. De inwoners, blijkbaar van Skandinavische afkomst, zijn kloeke lieden, die op het gebied van handel en nijverheid ijverig werkzaam zijn. De hoofdstad van dit graafschap is het havenstadje Wick, de bloeijende zetel der Schotsche haringvisscherij. Tot Caithness behoort ook het eiland Stroma in Pentland Frith.

< >