Cadore (Jean Baptiste Nompère de Champagny, hertog van), een staatsman van het eerste Fransche keizerrijk, werd geboren te Roanne in 1756, wijdde zich aan de zeedienst, en klom spoedig op tot den rang van kapitein. Bij het zamenroepen der Nationale Vergadering, werd hij door den adel van Forez tot afgevaardigde gekozen. Hij voegde zich bij de vrijzinnige leden, die zich aansloten aan den derden stand. In 1791 verliet hij die Vergadering, doch kon, hoewel hij zich in de dagen van het Schrikbewind met geene openbare aangelegenheden bemoeide, niet ontkomen aan het vermoeden van anti-republikeinsche gezindheden.
Hij werd in hechtenis genomen, maar de 9de Thermidor bevrijdde hem uit den kerker, en de 18de Brumaire, toen Napoleon het gezag in handen nam, opende voor hem eene nieuwe loopbaan. Hij ontving eene aanstelling als staatsraad bij het departement van Marine, werd in 1801 als gezant naar Weenen gezonden, in 1804 tot minister van Binnenlandsche en in 1807 tot hoofd van het departement van Buitenlandsche Zaken benoemd. In deze betrekking voerde hij de beruchte onderhandelingen met het Spaansche Hof, waardoor de afstand van Karel IV en van Ferdinand VII, alsmede de inval in Spanje werd vastgesteld. In 1808 zag hij zich door Napoleon tot hertog van Cadore benoemd, en hij bestuurde na den oorlog met Oostenrijk in 1809 de huwelijks-aanzoeken des Keizers bij de aartshertogin Maria Louiza. Gedurende den togt naar Rusland bleef hij als staatssecretaris in de nabijheid der Keizerin, en in 1814 volgde hij haar naar Blois. Door de restauratie verloor hij zijne betrekking, benevens de waardigheid van senator. Bij den terugkeer van Napoleon werd hij wel is waar tot pair benoemd, maar na de Honderd dagen moest hij tot het ambteloos leven terugkeeren, totdat de Koning hem in 1819 op nieuw zitting verleende in de Kamer der Pairs. Hij overleed in 1834. — Zijn oudste zoon Louis Alix Nompère de Champigny, hertog van Padore erfde na den dood zijns vaders diens titel, werd in 1835 pair van Frankrijk, bekleedde eenigen tijd den post van gezant te Rome, verwijderde zich echter in 1848 van het staatkundig tooneel en overleed den 31sten Januarij 1870 in den ouderdom van 76 jaren.— De oudste zoon van dezen was in 1870 Fransch gezant te München, vanwaar hij tengevolge der tijdsomstandigheden is teruggeroepen.