Brewster (Sir David), baronet, een beroemd Engelsch natuurkundige, werd geboren den 31sten December 1781 te Sedburgh in Roxfordshire in Schotland. Aanvankelijk wijdde hij zich aan de artsenijmengkunde, maar weldra legde hij zich onverdeeld toe op de natuurkundige wetenschappen. Wegens zijne groote verdiensten werd hij verheven tot baronet en benoemd tot secretaris van de Royal Society of Science, en hij woonde bij afwisseling te Edinburg en op zijn buitengoed Allerly aan de Theems.
Hij verwierf een beroemden naam door de uitvinding van den kaleidoscoop en vooral door zijne waarnemingen over de polarisatie van het licht. In zijne “Letters on natural magic (1171)” stelt hij de natuurlijke tooverkunst voor op eene onderhoudende en wetenschappelijke wijze, — in zijn “Treatise on opties (1832)” gaf hij eene grondige verklaring van de verschijnselen van het licht, en in zijn “Life of Sir Isaac Newton (1832)” beschrijft hij op eene voortreffelijke wijze de werkzaamheden van dien geleerde. Voorts schreef hij over den microscoop, den steréoscoop, den kaleidoscoop enz., vervaardigde een aantal voortreffelijke leerboeken, en eene reeks van belangrijke natuurkundige verhandelingen, door hem opgesteld, is opgenomen in de “Transactions” van boven reeds genoemd Genootschap, alsmede in andere tijdschriften en in de “Edinburgh Encyclopaedia”. In 1851 was hij voorzitter van het Vredescongres te Londen, in 1860 ontving hij een pensioen van 300 pond sterling, en overleed te Edinburg den 10de Februarij 1868.