Onder dezen naam vermelden wij:
Geraert de Bondt of de Bont, gewoonlijk Gerardus Bontius genoemd. Deze, geboren te Rijswijk in 1536, studeerde te Leuven en te Padua, en werd bij het stichten der Leidsche hoogeschool aldaar aanvankelijk benoemd tot hoogleeraar in de wis- en natuurkunde en later in de geneeskunde, waarbij de kruid- en ontleedkunde werden gevoegd. Voorts was hij bij uitnemendheid ervaren in de Grieksche taal, doch schoon hij veel schreef, gaf hij niets in het licht. Hij overleed den 15den September 1599.
Reinier de Bondt of Reynerius Bontius, tweeden zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Leiden in 1576 en oefende er zich aan de hoogeschool met ijver in de natuur- en geneeskunde, zoodat hem aldaar in 1603 een hoogleeraars-ambt werd opgedragen. Hij was lijfarts van prins Frederik Hendrik, alsmede van prins Maurits, en overleed op den 12den Junij 1623. Hij heeft in het licht gegeven “Belegering en ontzetting der stad Leyden, geschied in den jare 1574 enz.", een werk, dat bij herhaling is gedrukt.
Jacob de Bondt of Jacobus Bontius, een zoon van den voorgaande. Hij deed groote reizen door Perzië en Indië ten behoeve van de natuurlijke historie en vestigde zich in 1625 te Batavia, waar hij als geneesheer werkzaam was en in 1631 overleed. Hij heeft eenige werken uitgegeven ' in de Latijnsche taal betrekkelijk de geneeskunde der Indiërs en de natuurlijke historie der door hen bewoonde landen.
Willem de Bondt of Gulielmus Bontius een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Leiden in 1615 en aldaar benoemd tot hoogleeraar in de regten. Weldra echter legde hij die betrekking neder en werd schout van zijne geboortestad. Hij was een hevig vervolger der Remonstranten en zijn naam is om die reden in de Hekeldichten van Vondel vereeuwigd.
