Bohrer is een geslachtsnaam van 4 broeders, uitstekende kunstenaars op muzikaal gebied, Anton, Max, Peter en Franz. Zij werden geboren te München in de jaren 1791 tot 1796 en ontvingen het eerste onderwijs in de muziek van hun vader Kasper Bohrer, een uitstekend contrabassist in de kapél te Mannheim en later te München. De vier broeders bespeelden hoofdzakeljjk de violoncel en de viool.
Reeds als knapen van 9—14 jaar wekten zij door hun meesterlijk quartet-spel de algemeene bewondering en werden reeds vroeg in de kapél te München geplaatst. In 1805 ondernamen zij eene reis naar Ween en, waar hun spel grooten bijval vond; na hun terugkeer overleden de beide jongsten. Anton en Max volbragten het volgende jaar eene reis door Duitschland en Polen, en na het overlijden van hunnen vader (1809) deden zij als het ware een zegetogt door geheel Europa. Na hun terugkeer in 1818 werden zij geplaatst te Berlijn, maar nadat zij in 1820 tot 1823 nog eene kunstreis door Italië hadden gedaan, namen zij, wegens ongenoegen met Spontini, hun ontslag en begaven zich over Hamburg naar München, waar zij met twee zusters, beroemde kunstenaressen op het klavier, in het huwelijk traden en op die wijze weder een uitstekend quartet vormden. Zij vestigden zich later te Parijs en werden er als solo-spelers aangesteld bij het Hof van Karel X. Na de Julij-revolutie begaven zij zich naar Londen, en keerden van hier naar Duitschland terug. Max werd in 1832 eerste violoncellist en concert-directeur en zijne vrouw hof-pianiste te Stuttgart, en Anton concert-directeur in de Koninklijke kapél te Hannover.
Deze kunstenaars hebben zich zeer verdienstelijk gemaakt door de ontwikkeling te bevorderen van den smaak voor edele, classieke muziek. Vooral hebben zij zulks gedaan te Parijs door hunne meesterlijke voordragt van stukken van Beethoven, Mozart en Haydn. Hunne woning was steeds de verzamelplaats van beschaafde toonkunstenaars en vrienden der muziek. Hunne gedrukte composities bestaan uit concerto’s, rondo’s, phantasieën, duetto’s, trio’s, variaties voor hunne instrumenten enz. Zij zijn ongemeen welluidend en met verrassende wendingen doorweven.
