De vertrouwensregel is een belangrijk instrument in het Nederlandse parlementaire systeem, waarmee parlementariërs kunnen beslissen over het lot van een bewindspersoon.
In Nederland bestaat de Staten-Generaal uit de Eerste en de Tweede Kamer. De Eerste Kamer kent 75 leden, terwijl de Tweede Kamer uit 150 leden bestaat. De primaire taak die beide kamers hebben is het controleren van de regering. Het controleren gaat op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het stellen van vragen aan bewindspersonen over een bepaald voorgenomen beleid. Indien blijkt dat het beleid van een bewindspersoon niet afdoende is, zullen er kritische vragen volgen van de parlementariërs. Mocht de bewindspersoon de parlementariërs onvoldoende gerust stellen, hebben de parlementariërs de mogelijkheid het vertrouwen op te zeggen in de bewindspersoon. Dit gaat door middel van de zogenaamde motie van wantrouwen. Wanneer voldoende parlementariërs een dergelijke motie ondersteunen, dient de bewindspersoon op te stappen. De vertrouwensregel staat echter nergens gecodificeerd, waardoor de bewindspersoon in principe op zijn of haar post kan blijven zitten. Mocht de bewindspersoon daadwerkelijk blijven zitten, dan wordt dit gedrag als zeer onbehoorlijk aangemerkt.
