Vastgoedmanagement

Willem G. Keeris (2018-2019)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Basisbehoefte(n)

betekenis & definitie

Basisbehoeften is het algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee het niveau en samenstelsel van behoeften van een individuele persoon wordt aangeduid, dan wel – afhanke-lijk van de context – de mensheid in haar algemeenheid, die betrekking hebben op de invul-ling van de primaire elementaire, of levensvoorwaarden.

Ook wel genoemd: levensbehoeften.

Zie ook: behoefte(n) (materieel) De basis-levensbehoeften van de mens zijn door ‘Maslow’ geformuleerd, waardoor diens naam op zich al een begrip werd. Hij heeft niet alleen de menselijke basisbehoeften benoemd, maar ze ook in een hiërarchische relatie geplaatst in diens ‘Behoeften piramide van Ma-slow’. In eerste instantie betrof dat basisbehoeften op vijf verschillende niveaus, maar in een latere fase kwam hij tot de conclusie, dat daar nog twee aan toegevoegd moesten worden. Dat resulteert in de volgende zeven basisbehoeften:

•Fysiologische behoeften: Het betreft de meest primaire levensbehoeften om te kunnen overle-ven, zoals de behoefte aan zuurstof, eten, drinken, rust, beheersing van de lichaamstempera-tuur en seks.
•Behoefte aan veiligheid en zekerheid: Het betreft hierbij zowel de behoefte aan fysieke veilig-heid in de zin van bescherming tegen levensbedreigingen van buitenaf via geweld en ziek-ten, als de psychische behoefte aan sociale veiligheid.
•Sociale acceptatie behoeften: Het betreft de behoefte aan sociale contacten met andere perso-nen, het zich opgenomen weten in een gemeenschap en ondervinden van genegenheid en geborgenheid.
•Behoefte aan waardering, erkenning, respect: Het betreft enerzijds de behoefte aan zelfwaarde-ring, zelfstandigheid en onafhankelijkheid en anderzijds de behoefte aan erkenning van de waarde als individueel persoon, het verwerven en toegemeten krijgen van een status en van prestige en ook om zodanig behandeld te worden.
•Behoefte aan zelfontplooiing en zelfactualisatie: Het betreft hierbij het niveau van de bevesti-ging van het volwaardig mens zijn, met een spirituele diepgang en een voortdurend streven naar iets hogers, het niveau van de geestelijke evenwichtigheid en onafhankelijkheid in denken en doen.
•Behoefte tot willen weten en begrijpen: Nieuwsgierigheid en daarvan willen leren is niet uit-sluitend een typische menselijke karaktertrek, want bij meerdere diersoorten zijn daar vol-doende bewijzen voor gevonden, maar bij de mens is het een echte drive.
•Behoefte aan schoonheid en esthetische bevrediging leefomgeving: Ook de behoefte de eigen omgeving goed te verzorgen en te verfraaien is niet iets puur menselijks, maar ook daarvoor geldt dat de mens niet zonder kan, in welke vorm dan ook uitgewerkt.

Zie ook: gemeenschap, veiligheid en zekerheid.

Die laatste twee Maslow-niveaus, de later toegevoegde basisbehoeften, worden ook wel sa-mengenomen en dan aangeduid als ‘cognitieve en esthetische behoeften’. Echter, omdat zij doorwerken op alle niveaus, worden zij niet gezien als een uitbreiding van de originele opzet conform de voorafgaande vijf niveaus. Zij moeten gezien worden als verbijzondering van op die vijf niveaus algemeen geldende aspecten, waar per niveau meerdere aspecten van belang zijn.

Deze basisbehoeften zijn afwisselend in- en extern gericht, wat past bij het feit, dat iedere mens een origineel en authentiek wezen is. Maar tevens is die mens een roedeldier, die daardoor noodzakelijk deel uit móet maken van dé eigen groep. Overigens zal niet iedereen het hoogste stadium kunnen bereiken, ook al zou men dat willen, om allerlei redenen van persoonlijke aard en/of situationele omstandigheden. Maar vaak bestaat daar ook geen directe behoefte aan: genoeg is genoeg geldt ook op dit menselijke gebied van de psyche.

Bij het doorlopen van die opeenvolgende basisbehoeften is wel sprake van het bereiken van hogere stadia in een persoonlijke ontwikkeling, maar dat traject is niet dwingend qua volgorde om dat doel te bereiken. De als hiërarchisch weergegeven opbouw volgens een piramide moet dus niet al te letterlijk worden genomen en het niveau geeft slechts de normaliter toegekende waarde ervan aan. Want in principe is die opvolgende werking van niveau naar niveau alge-meen geldend, zodat de behoeften op het lagere niveau eerst ingevuld moeten zijn, voordat naar de invulling van een hoger gelegen behoefte gestreefd kan worden. Echter, onder bijzon-dere omstandigheden kan de waarde van een lager niveau (tijdelijk, op dat moment) gene-geerd worden. Zo wordt bijvoorbeeld de eerste basisbehoefte, het voorzien in onder meer eten en drinken, onder omstandigheden overruled door het niveau van de zelfontplooiing. Daarbij kan gedacht worden aan de opoffering van een moeder voor haar kinderen in geval van hongersnood uit moederliefde en morele overwegingen. Of in geval van de doodwens bij moedwillige verster-ving uit oogpunt van een te laag gevonden kwaliteitsniveau voor het perspectief op verder leven.

En een asceet streeft naar de kortste weg om het vijfde (en hoger Nirwana) niveau te bereiken, met verwaarlozing van het eerste niveau. Iets dergelijks geldt ook bij het tweede niveau, dat van streven naar (eigen) veiligheid en zekerheid, zoals in een noodsituatie van ‘vrouwen en kinderen eerst’, bijvoorbeeld in het geval van een scheepsramp. Die indeling van Maslow kan op drie niveaus worden samengevoegd, met betrekking tot over-leven en welzijn, zonder welke de mensheid niet kan voortbestaan, namelijk:

•Voor alles komen de behoeften van individuen als biologische organismen; wat alles te maken heeft met de menselijke primaire behoeften als dierlijk wezen.
•Vervolgens komen voorzieningen op het gebied van gecoördineerde sociale interacties; wat alles te maken heeft met de behoeften op het individuele en gemeenschapsniveau.
•Tot slot komen behoeften op het exclusieve individuele niveau van de zelfontwikkeling en dat van erkend, gewaardeerd en gerespecteerd willen worden, conform de verworven persoon-lijke positie binnen die gemeenschap.

Het gaat hierbij dus om een gelaagde opbouw, waarbij het vertrekpunt het basisniveau is van eerst zien het geschonken leven fysiologisch-biologisch te behouden en dat later door te ge-ven. Daartoe wordt gerekend het eten, drinken, slapen, verse lucht ademen, evenals het sek-sueel actief zijn e.d. Maar ook hoort daartoe het beschermen van het lichaam en haar proces-sen door het type tot zich te nemen voedsel, als medicijn tegen kwalen en gebreken en de kle-ding, tegen de nadelige klimatologische invloeden, evenals het zoeken van beschutting tegen de klimaatinvloeden, zoals vastgoed dat biedt. Vervolgens komt de zorg voor de eigen, persoonlijke veiligheid op het fysieke en psychische vlak. Ten eerste geldt dan als voorwaarde het opgenomen zijn – en dat ook bewust weten en als zodanig ervaren – als lid van het sociale en maatschappelijke collectief van de betreffende gemeenschap. De mens kan geestelijk niet tegen eenzaamheid en dat geldt zelfs voor ernstige vormen van autisme. De band binnen het gezin en de familie is daarvoor een natuurlijke aan-zet, maar bij het ontbreken daarvan wordt direct een substituut daarvoor gezocht.

Zich hechten en de behoefte aan gehechtheid zijn dan ook aangeboren eigenschappen. En die zijn niet voorbehouden aan de biologische moeder: de invulling ervan is vanaf het eerste moment situ-ationeel afhankelijk. Een goed voorbeeld daarvan zijn de bijvoorbeeld door wolvinnen geroofde baby’s, die als ‘Mowglies’ opgevoed en grootgebracht zijn binnen de roedel van de wolvin, die die mensen-kinderen geroofd had. En die volkomen geaccepteerd werden binnen de roedel, zich daarin ook konden handhaven, zich geaccepteerd wisten en de geborgenheid ervaarden. Zelfs op wat latere leeftijd lukt het kinderen vrijwillig opgenomen te worden in zo’n gemeenschap van wolven, terwijl er ook voorbeelden van herten in dat opzicht zijn. Onder meer doordat zij de taal van die dieren leerden spreken, hun gebruiken en rituelen leerden kenden en daaraan deel konden gaan nemen. Het later weghalen van dergelijke mensen/wolven-kinderen uit zo’n ex-treme adoptiesituatie en overplaatsing in een menselijke adoptiesituatie als opvangvoorzie-ning, werkte dramatisch door in hun verdere (vervolgens kortstondige) ontwikkeling. Ook in onze ‘normale’ omstandigheden levend werkt het ervaren van geestelijke en lichamelijke mishandeling en/of verwaarlozing, als gevolg van het niet geaccepteerd worden door een of beide ouders, traumatiserend door in het verdere leven.

Een dergelijke onveilige gehechtheid laat diepe sporen achter tot in de genen, met effect op de (eventuele) nakomeling(en). Want de mate van invulling van die behoefte aan samenhangende wederzijdse gehechtheid aan die an-deren werkt enorm sterk door in de persoonlijke ontwikkeling, met dus gevolgen voor de volgende generatie(s). De tweede voorwaarde op dit tweede Maslow-niveau geldt de zorg voor de fysieke veiligheid via de beschutting en de geborgenheid, die de woning als schuilplaats biedt. Maar daartoe wordt ook gerekend de zorg voor de oudedagsvoorziening, zoals vroeger het zorgen voor voldoende (mannelijke) nakomelingen en momenteel, op ons niveau van beschaving en maat-schappelijke ontwikkeling, de AOWpensioenvoorziening en verzekeringen. Er zijn dan ook altijd perikelen met die pensioenen en verzekeringen.

Zie ook: pensioen en verzekering.

Zijn die twee niveaus aan behoeften afgedekt en maakt men deel uit van de eigen gemeenschap, dan wil men een persoonlijke en als zodanig gerespecteerde positie daarbinnen innemen. Dat uit zich in het aan de maatschappelijke status toegekende belang en het communiceren van dat bereikte niveau. Dat kan enerzijds door juist de onderlinge band te benadrukken, zoals de ge-meenschapszin in achterstandswijken bijvoorbeeld. Of door zich persoonlijk te presenteren qua bereikt maatschappelijk niveau, door het etaleren van de woning als een ‘petite Soestdijk’, met een ‘patskar’ voor de deur en een ‘Rolex’-knol te zichtbaar om de pols. De voordeur heeft dan ook een symbolische lading. Of met andere woorden: het eigen vastgoedobject straalt het bereikte maatschappelijke niveau uit.

Zie ook: sociale statuskenmerken.

Ten slotte wordt die persoonlijke ontwikkelingslijn verder doorgetrokken binnen de persoon zelf en domineert de geestelijke ontwikkeling. Dat kan resulteren in het loskomen van die so-ciale inbedding en onthechting van de groep, zelfs van het familie- en gezinsverband.

Op al deze Maslow-niveau voorziet vastgoed in de behoefte en daarom is het strategisch inzet-ten van die kwaliteiten een uitstekende methode, om de vraag aan het aanbod te koppelen. En dat geldt niet alleen op het individuele niveau van de mens als persoon, maar ook op dat van het huishouden, de buurt en wijk en de organisatie, in al hun verscheidenheden. De mate waarin de vastgoedmanagement-organisatie slaagt daar een passende reactie te bieden, bepaalt haar out-performance.

Zie ook: aanbod, buurt, huishouden, organisatie, out-performance, vastgoedmanagement-organisatie, vraag en wijk.

Tags: aanbod – behoefte(n) (materieel) – Behoeften piramide van Maslow – buurt – cognitieve esthetische levensbehoeften – gemeenschap – huishouden – organisatie – out-performance – sociale statuskenmerken – vastgoedmanagement-organisatie – veiligheid – vraag – wijk – zekerheid.