Ambitieniveau is een binnen de ruimtelijke ordening algemeen gehanteerd, niet gespecificeerd begrip, waarmee het na te streven kwaliteitsniveau wordt aangeduid, met betrekking tot de beoogde ingreep in het kader van een stedelijke vernieuwing.
Het ambitieniveau bepaalt sterk de impact van de ingreep in de structuur en opbouw van het betreffende plangebied. Daarbij wordt uitgegaan van de positie van het plangebied ten opzichte van de overige wijken, teneinde op termijn een harmonieuze opbouw te krijgen binnen het geheel van die stedelijke bebouwing. Het ambitieniveau moet zodoende gezien worden als een samenhangend geheel van marktsegmentatie, marktpositionering en differentiatie. Door differentiatie aan te brengen in het aangeboden voorzieningenniveau en het woonproduct, dat wil zeggen woning inclusief de woonomgeving, kunnen de verschillende wijken zich ten opzichte van elkaar profileren. Daardoor kunnen binnen het totale kader van de gemeente verschillende segmenten van de woningmarkt bediend worden. Vereist daarvoor is dan, dat het stedelijke vernieuwing een samenhangend proces is voor alle deelgebieden, wat ruimer gezien moet worden dan het gebied van de betreffende gemeente zelf. Dat houdt in het formuleren van ambities in hun onderlinge samenhang, derhalve ook voor de niet via directe ingrepen betrokken wijken. Bij deze afwegingen worden alle factoren, die het samenleven raken, meegenomen in een mix van mogelijke maatregelen. Dus zowel op het gebied van onderwijs, als op dat van werkgelegenheid, huisvesting, nutsvoorzieningen, winkelaanbod e.d.
Voor het ambitieniveau worden vijf niveaus onderscheiden, te weten:
• ‘Trendniveau beleidsambitie’: Dit laagste ambitieniveau houdt in het voortzetten van het bestaande beleid, waarbij op macro-niveau dit leidt tot versterking van de stedelijke regio, maar wat op microniveau het risico in kan houden van een bedreiging voor achterstandswijken, omdat dit beleid ruimte biedt voor uitstroom uit die wijken van huishoudens met een betere koopkracht.
• ‘Wijkevenwicht beleidsambitie’: Dit ambitieniveau richt zich op het behoud van de koopkracht binnen de betreffende wijk en op het bieden van een kwalitatief hoger niveau van het woonmilieu, teneinde de huishoudens te binden en de uitstroom tegen te gaan.
• ‘Deelgemeente-evenwicht beleidsambitie’: Bij dit ambitieniveau wordt de positie van de wijk verbeterd ten opzichte van een of meer direct concurrerende wijken binnen het geheel van de deelgemeente, door een combinatie van vergroting van de doorstroommogelijkheden en door een dusdanig kwalitatief hoger niveau te kiezen voor het woonmilieu, dat de wijk een aanzuigende werking krijgt op financieel meer draagkrachtige huishoudens.
• ‘Stadsevenwicht beleidsambitie’: Hierbij wordt de visie volgens het deelgemeente-evenwicht verheven tot het ambitieniveau voor de hele stad, waarbij gestreefd wordt naar een betere spreiding over de verschillende wijken van de ingezeten huishoudens met een hogere koopkracht, waarvoor dan een daartoe adequaat overall kwaliteitsniveau gerealiseerd dient te worden binnen de gehele stad, in alle buurten en wijken.
• ‘Regio-evenwicht beleidsambitie’: Dit ambitieniveau gaat nog een stap verder en is het hoogst bereikbare niveau, aangezien het zich richt op het aantrekken van financieel draagkrachtige huishoudens vanuit de regio, waardoor er (op termijn) sprake zal zijn van een meer gelijkwaardige positie tussen de stad en die regio.