zoen - Zelfstandignaamwoord
1. het met de lippen aanraken van een persoon of een voorwerp
2. (geschiedenis) verzoening, vrede (zie bijv. zoenoffer)
zoen - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoenen
♢ Ik zoen
2. gebiedende wijs van zoenen
♢ zoen!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoenen
♢ zoen je?
Synoniemen
kus
Gepubliceerd op 30-10-2017
zoen
betekenis & definitie