lippen - Werkwoord
1. (ov) (muziek) het intoneren van een blaasinstrument door gebruik van de embouchure in plaats van de vingerzetting, zoals dat nodig was bij sommige historische instrumenten zoals het serpent
♢ Hij lipte die moeilijke passage zonder enige valse noot te spelen.
2. geluidloos met de lippen een woord nadoen
♢ "Wat!" lipte hij achter de rug van de leraar.
3. (ov) (media) synchroon met een geluidsopname de lippen bewegen zoals dat in films of video's gedaan wordt
♢ Die hele scène was gelipt en de echte zangeres krijg je niet te zien.
4. (makelaardij) op eigen risico makelaardij bedrijven
5. (makelaardij) misbruik maken van iemands hachelijke positie om een te gunstige prijs te bedingen
6. een lipvormig aanhangsel uitsnijden van een, meestal metalen, plaat
7. (inerg) (sport) bij het golfspel het putje met de bal net raken, waarbij de bal er weer uitspringt en zijn weg vervolgt
♢ Hij dacht een birdie te hebben, maar de bal lipte.
lippen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lip
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: