zijner - Persoonlijk voornaamwoord
1. (verouderd) genitief van hij en het
♢ Ontferm u zijner Heere, ontferm U zijner naar Uwe groote barmhartigheid!
zijner - Bezittelijk voornaamwoord
1. (verouderd) genitief (f) (van) zijn
♢ En wil iemand weten wat in zijn boerderij, wat in zijn huis of zijner vrouw kleerkast ontbreekt, dan kan hij niet beter doen dan naar de winkel te gaan: daar leert hij behoeften kennen waarvan hij nooit gedroomd heeft.
2. (verouderd) genitief meervoud (van) zijn
♢ Persoonlijke accenten en beroepskleding gaven hun gebeden een vanzelfsprekendheid waar het Franse staatshoofd en de vijf eersten zijner ministers zichtbaar niet aan te pas kwamen.
Woordherkomst
zijn met het achtervoegsel -er Categorie:Genitief in het Nederlands
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: