woord

betekenis & definitie

woord - Zelfstandignaamwoord
1. (biologie) mannetjeseend
♢ De mannelijke wilde eend, de woord, kenmerkt zich door de glanzende groene kop en het grijze en bruine lijf''.

woord - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) spraakklank of betekeniseenheid die bestaat uit minimaal één vrij morfeem en minimaal nul gebonden morfemen
♢ In het woordenboek vindt men de betekenis van een woord.
2. belofte
♢ De koning kwam zijn belofte na en hield woord.
3. (religie) het woord van god of de inhoud van de bijbel
♢ In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.'' (Johannes 1:1-18).
4. (informatica) de natuurlijke eenheid van informatie voor een bepaalde computerarchitectuur
5. (dictie) de manier om iets uit te spreken
6. (taalkunde) in de orthografie een rij schrifttekens die door spaties of leestekens worden afgegrensd

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: wort, wart
Oudernederlands: wort
Germaans: *wurdan
Indo-Europees: *werdʰo-

Spreekwoorden
♦ Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.

♦ Een goed woord vindt altijd een goede plaats.

♦ Een man een man, een woord een woord.

♦ Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.


Synoniemen
[1] begrip, formulering, rededeel, parool, term, uitdrukking
[2] belofte, erewoord,gelofte, toezegging
[3] logos

Antoniemen
[1] beeld, zwijgen

Verwante begrippen
[1] schrift, zin, [2] belofte, eed, erewoord, [3] bijbel, god, [4] computerarchitectuur, [5] dictie, uitspraak, [6] orthografie