wandelend - Bijvoeglijk naamwoord
1. zich te voet voorbewegend, zich verplaatsend
♢ In het Nederlandse Beek werd een wandelend echtpaar getroffen door de bliksem.
wandelend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanwandelen
Woordherkomst
Afleiding van wandelen met het achtervoegsel -d.
Verwante begrippen
gaand, lopend, rondlopend
Gepubliceerd op 31-10-2017
wandelend
betekenis & definitie