Gepubliceerd op 31-10-2017

wandelend

betekenis & definitie

wandelend - Bijvoeglijk naamwoord
1. zich te voet voorbewegend, zich verplaatsend
In het Nederlandse Beek werd een wandelend echtpaar getroffen door de bliksem.

wandelend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanwandelen

Woordherkomst
Afleiding van wandelen met het achtervoegsel -d.

Verwante begrippen
gaand, lopend, rondlopend