Gepubliceerd op 31-10-2017

vrees

betekenis & definitie

vrees - Zelfstandignaamwoord
1. (formeel) het gevoel dat iets gevaarlijk is of kan zijn

vrees - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrezen
♢ Ik vrees
2. gebiedende wijs van vrezen
vrees!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrezen
vrees je?

Synoniemen
angst, bangheid, huiver