Gepubliceerd op 31-10-2017

volbloed

betekenis & definitie

volbloed - Zelfstandignaamwoord
1. van een zuiver ras
Het paard van de buren was een volbloed.

volbloed - Bijvoeglijk naamwoord
1. van een zuiver ras zijn, van een onvermengd ras
Het volbloed paard werd verkocht.

Woordherkomst
samenstelling van vol en bloed